Zo op het eerste gezicht lijkt er geen verschil te zijn tussen presenteren en spreken in het openbaar. Maar naar mijn mening is er een subtiel maar niet onbelangrijk verschil tussen deze twee grootheden, terwijl ze toch vaak als synoniemen worden gebruikt. Bij presenteren denk ik aan allerlei vormen waarin je iets presenteert. Je kunt een dia-serie presentere
n, een nieuw model auto. Bij deze vorm van presenteren laat je iets zien, een product, een dienst, programma of iets dergelijks, waarbij precies dát het middelpunt vormt van je presentatie. De persoon die het presenteert is in deze voorbeelden niet de belangrijkste factor, maar de dienst of het product. Van Dale geeft bij presenteren als vermelding o.a. “zichzelf presenteren aan iemand”, maar met alle technieken is deze betekenis m.i. naar de achtergrond geraakt.
Bij spreken in het openbaar is juist de persoon die presenteert de belangrijkste factor, vandaar dat ik weleens de term authentiek presenteren gebruik. Daarmee bedoel ik dat die persoon vooral zichzelf presenteert, authentiek. Je staat in het middelpunt van de belangstelling en een eventueel product of onderwerp is van ondergeschikt belang, althans met betrekking tot de methodiek. Natuurlijk vinden we ook hierbij dat het onderwerp van gesprek belangrijk is. Vandaar dat zo vaak belang wordt gehecht aan een gedegen voorbereiding. Deze gedegen voorbereiding wordt vaak gebruikt (misbruikt) om het ongemak te maskeren dat bij spreken in het openbaar de kop op steekt. Hiermee wil ik niet zeggen dat voorbereiding op geen enkele manier nodig is. Zie bijvoorbeeld mijn eerdere blog over voorbereiding.
Ook het gebruik van apparatuur, zoals bijvoorbeeld powerpoint, wordt vaak misbruikt om het middelpunt van de belangstelling te ontwijken. Zie mijn eerdere blog hierover. Naast die inhoudelijk voorbereiding kan een andere vorm van voorbereiding van belang zijn: ervoor zorgen dat je er oké mee bent om in het middelpunt van de belangstelling te staan. Gewoon jezelf zijn, er zijn al zoveel anderen.
Dit onderscheid tussen presenteren en spreken in het openbaar maakt ook dat er nogal wat verschil is tussen de diverse trainingen op dit gebied. Speaking Circles richt zich geheel op spreken in het openbaar als voorwaarde scheppende manier om in het middelpunt van de belangstelling te (willen) staan. Zo kun je bijvoorbeeld zeggen dat iemand die goed kan presenteren niet per definitie ook goed kan spreken in het openbaar. Goed spreken in het openbaar zie ik bij iemand die gewoon zichzelf is voor publiek en geheel vanuit zichzelf zijn verhaal brengt in verbinding met ‘t publiek, ongeacht of daar wel of niet een product of dienst bij hoort.
Ervaar jij dit onderscheid ook? Of juist helemaal niet? Laat het weten in je reactie. De knop daarvoor staat boven dit artikel.
Hartelijke groet,
Stef de Beurs
Wil je 1x per maand ‘n berichtje ontvangen, geef je dan hier op:
[gravityform id=”2″ name=”Opt-in” title=”false” description=”false” ajax=”true”]
Ongetwijfeld heb ik al eerder over dit onderwerp geschreven, maar ik wil er nu vanuit een andere benadering naar kijken. Namelijk de paradox van de natuurlijke behoefte aan verbinding versus de angst ervoor. Als je mensen, die al eerder voor publiek stonden, vraagt wat ze het liefst willen, dan is “verbinding met m’n publiek” veel gehoord. En als een enorm groot deel van de bevolking (pakweg 85%) zoveel moeite heeft met spreken in het openbaar, dan moeten we teruggaan in de tijd. Dan is het logisch dat er collectief iets aan de hand is. Niets van wat ik schrijf is wetenschappelijk bewezen, maar als je er logisch over nadenkt kom je ’n heel eind.
In mijn vorige blog schreef ik over verschillende mogelijkheden met betrekking tot waardering en vandaag ga ik het hebben over complimenten. Complimenten maken het leven leuker, mooier, vrolijker en het bevordert de onderlinge band die je met elkaar hebt. Overigens betekent dat niet dat je het geven van complimenten moet beperken tot mensen die je kent. Ook mensen die je niet kent maar terloops ontmoet kun je complimenteren.
Bij Speaking Circles hebben we het vaak over waardering. Nu heb ik ’n paar andere mogelijkheden met waardering waar je je voordeel mee kunt doen.
In dit blog wil ik een verhaal met je delen van circa 130 jaar geleden.
Luisteren wordt vaak als vanzelfsprekend beschouwd. Sterker nog, er wordt zelfs niet vaak over gesproken. Waar wij mensen nogal makkelijk tegenaan lopen is, dat onze aandacht snel verslapt, als we aan het luisteren zijn. Iemand vertelt ons iets en terwijl we (denken dat we) luisteren gaan onze gedachten al op de loop met het verhaal. Onze eigen interpretaties van hetgeen verteld wordt gaan bijvoorbeeld een belangrijker rol spelen. Al doende kunnen we al snel toe zijn aan de behoefte om die eigen interpretaties – onze eigen verhalen – te gaan vertellen……..terwijl de spreker van dat moment nog niet klaar is met zijn verhaal. Ondertussen hebben wij ’n mogelijk belangrijk deel gemist. Deze vorm van luisteren noem ik wel eens wachten, nl. wachten tot we zelf het woord kunnen nemen. Wel heel begrijpelijk, maar ook erg jammer. Want het doet geen recht aan diegene waarnaar we op dat moment niet volledig hebben geluisterd.
Nadat ik voor de zomer het seizoen ben uitgestapt met 7 tips om je presentatie te verpesten, zal ik nu het nieuwe seizoen beginnen met 7 tips voor een lekkere presentatie. Natuurlijk is zo’n lijstje nooit compleet en ook over het aantal kan men van mening verschillen. Na de eerste tip is zelfs de volgorde willekeurig.
Natuurlijk is deze opsomming niet compleet en ook de volgorde ligt niet vast. Het zijn gewoon veel voorkomende fouten die worden gemaakt, waarmee je een presentatie of speech effectief om zeep helpt en ik wil je hiermee prikkelen om erover na te denken.
Eén van de vragen die werd gesteld is: Hoe leg je warmte in je verhaal? Sommige sprekers zijn in staat om iets zakelijks zo te verpakken dat het geen droge kost wordt, maar prettig om naar te luisteren.


Die éne herinnering uit de workshop terughalen en gebruiken voordat je het podium op gaat. Neem voordat je het podium op gaat even kort de tijd. Ga als ’t kan even zitten en doe je ogen dicht. Ga in je gedachten terug naar die laatste keer, waarin je zo’n fantastische ervaring had voor een groep, tijdens een workshop of elders. Zie wat je toen zag, full color. Hoor wat je toen hoorde, in alle toonaarden. Kun je de waardering nog horen, die je kreeg? Ook al weet je de woorden niet meer precies, je weet vast nog wel de strekking van de waardering. En ook, voel wat je toen voelde!! En laat al die elementen van beelden, gehoor en het geweldige gevoel samenkomen in die ene ervaring….. en merk op wat ’t met je doet. Krijg je een (innerlijke) glimlach? Adem een keer goed in en uit, open je ogen…… en doe je ding.
Wat doe je als je de draad van je verhaal kwijt bent? Een veel voorkomende vraag tijdens de workshops. Er zijn natuurlijk verschillende manieren om de draad van je verhaal kwijt te raken. De invloed van je publiek door bijvoorbeeld vragen te stellen. Maar zelf kun je er ook de oorzaak van zijn, simpelweg door het ongemak bij het idee om de draad van je verhaal kwijt te raken. Waar je aandacht aan geeft, dat groeit. Dus als je (teveel) aandacht geeft aan dat idee, dan is de kans ook groter dát het zal gebeuren.
Op Oudejaarsdag, te midden van het geknal in de wijk, terwijl de kat ’n veilig heenkomen heeft gezocht in het trappenhuis, zit ik ’n beetje te mijmeren over het afgelopen jaar en het komende jaar…….. en als ik weer verder schrijf is het ineens middag op 1 januari na het traditionele nieuwjaarsconcert in Wenen……
Naar aanleiding van ‘n vraag van een lezer ga ik wat dieper in op context: De situatie waarin je communiceert bepaalt mogelijk hoe je je daarbij voelt en hoe je reageert. Misschien zelfs juist als je dat niet wilt.
troonrede van de koningin. Als je dat doet, wat ga je dan met die uitgeschreven speech doen? Enerzijds kun je hem voorlezen, maar dat is absoluut niet spontaan en komt dus heel kunstmatig over. Bovendien, door het voorlezen, heb je vrijwel geen verbinding met je publiek. Anderzijds zou je de uitgeschreven speech uit je hoofd kunnen leren. Dat is eveneens niet erg spontaan en er zit nog een nadeel aan: Als je de draad van je verhaal kwijt bent, loop je het risico de draad niet meer terug te vinden. Bovendien kun je niet makkelijk inspelen op vragen of opmerkingen uit het publiek. Ga na wat je al weet over de onderwerpen van je speech en noteer wat steekwoorden over wat je ter sprake wilt brengen. Verdiep je in onderwerpen waarover je meer informatie nodig hebt.