Categoriearchief: Vergelijkingen

Perfectionisme

Je eerste speech moet natuurlijk meteen wel perfect zijn………..toch.

Waar focus je op ?

We kunnen spreken, vaak al heel lang, dus moeten we dat ook voor een groep kunnen doen, en wel meteen heel goed ook. Hoe hoog leg je die lat eigenlijk voor jezelf. Welnu, onlangs gaf ik weer eens ’n training en ik vroeg de cursisten om te laten zien hoe hoog ze die lat leggen. Het resultaat: vrijwel allemaal stonden ze met de arm gestrekt in de lucht. Nu had ik even de ondeugende neiging om ze zo een uurtje te laten staan. Dan voel je wel dat ’t erg zwaar is, maar kom ik ook tijd te kort voor de training.

Waarom we met spreken in het openbaar zo perfectionistisch zijn, is wellicht heel persoonlijk. Maar er is ongetwijfeld ook een gemeenschappelijk element te vinden. M.i. is die te vinden in de mate waarin we onszelf accepteren zoals we zijn mét onze imperfecties. Voorbeeldje: Al best vaak heb ik gehoord dat ’n cursist wil kunnen speechen zoals Barak Obama. Dan ben je jezelf aan het vergelijken met iemand anders. Dat genereert alleen al een verschil tussen hoe je bent / doet en hoe je zou willen zijn / doen. Dat gaat je echt niet helpen om tevreden te zijn over je eigen prestaties. Je legt de lat alleen maar nog hoger. Speechen als Obama is voor Obama. Speechen als jezelf gaat over jou. Je wilt toch ook niet dat iedereen jou gaat nadoen.

Want jij bent uniek en dan moet je niet voor Obama willen doorgaan. Als je het talent van ’n ander wilt, accepteer je niet hoe je zelf bent. Begin dus m.i. met het accepteren van jezelf mét jouw talenten én tekortkomingen. Je bent goed zoals je bent. Als je verpleger wilt zijn, dan ga je naar school. Wil je treinmachinist zijn, dan ga je ook naar school. Wil je leren spreken in het openbaar, dan ga je dus ook naar school…… al hoef je daar geen 4 jarige opleiding voor te kiezen. Je hebt nl. alle ingrediënten – stem, longen, ogen, oren, etc. – al in huis. Je hoeft alleen maar wat mogelijkheden toe te passen die je nog niet kende.

Dat is precies waar Relational Presence om de hoek komt kijken: Om de mogelijkheden van de ingrediënten die je al hebt gecombineerd in te zetten en dát te oefenen. Op dezelfde manier als wanneer je autorijles neemt. Klik hier voor meer info over die mogelijkheden.

Succes en Hartelijke groet,
Stef de Beurs

In de schoenen van een trucker

Wat ik nu graag met jullie wil delen gaat over mijn ervaringen op de eerste dinsdag van 2006. Reeds mijn hele leven had ik belangstelling voor vrachtwagens en mijn wens om eens ’n dag op zo’n grote truck mee te reizen ging in vervulling.

In de schoenen van een truckerAl vóór 4 uur in de nacht werd ik opgehaald, we hadden zelfs nog even tijd voor koffie. Daarna de vrachtwagen ophalen, hier dicht bij Hoorn. Eerst de boodschappen voor de komende dagen in de truck en de planning voor de dag van kantoor gehaald. Vervolgens een lege aanhanger van meer dan 13 meter aankoppelen, verlichting controleren en op weg naar Alkmaar. Onderweg was ’t uiteraard nog doodstil op de weg. Zo hoog boven het asfalt zag de 2-baans weg die ik zo goed ken er ineens heel smal uit. Aan weerskanten van de vrachtwagen is nog maar zo’n 20 centimeter over tot de strepen op de weg. Erg weinig voor z’n gevaarte. Ook viel me op hoe klein een rotonde is voor zo’n kolos. Eenmaal in Alkmaar bij een enorme bakkerij was het ’n drukte van belang met tal van andere vrachtwagens. Met ongelooflijke nauwkeurigheid stuurde Willem de truck met z’n achterkant de sluis in om te laden. Hoge karren met brood verdwenen in de aanhanger, ook een taak van de chauffeur. In dit geval met z’n hulpje voor één dag. Een bijrijder voor bijvoorbeeld het laden en lossen is kennelijk al wegbezuinigd doordat alle goederen op grote karren of pallets staan. Tillen komt niet meer voor en zou ook te veel tijd in beslag nemen. Waar zijn al die werkloos geworden bijrijders gebleven?, vraag ik me af. Ongetwijfeld wél goed voor alle truckers-ruggen.

De lading werd vastgezet, vrachtpapieren uitgewisseld, en in een communicatieapparaat werd een en ander ingetoetst. Zo kan het hoofdkantoor volgen waar de vrachtwagen is en met welke lading. Wij met het brood naar Den Helder en omgeving. Bij drie supermarkten uitladen. Bij een van de supermarkten waren we zelfs te vroeg. Vervolgens leeg terug naar Hoorn, het was nog steeds geen dag geworden maar inmiddels wel drukker op de weg. In Hoorn werd, meen ik, een nog langere aanhanger aangekoppeld en na een kop koffie gingen we op weg naar Zaandam. Alweer van aanhanger wisselen en terug naar Hoorn. Daar koppelden we een volle koel-aanhanger achter de trekker en vertrokken we naar het Oosten van het land. We zouden lossen bij een distributiecentrum, waar we zelfs op ’n bepaalde tijd verwacht werden. Het bleek bij aankomst zo’n minuut of 5 later te zijn dan gepland. De persoon die de goederen in ontvangst nam gaf daar nors commentaar op. Waarna Wil de pallets met een steekwagen uit de vrachtwagen haalde, terwijl ik ervoor zorgde niet in de weg te staan.

Ik kon niets doen en voelde me dan ook behoorlijk nutteloos. Een praatje met de goederen-ontvanger bleek na een poging niet erg welkom. Het hielp me niet om de man anders te ervaren dan als chagrijnig. Ondertussen vroeg ik me af hoe iemand die zoveel met vrachtwagens te maken heeft, zelf niet kan bedenken dat slechts 5 of 10 minuten vertraging op zo’n afstand in ons drukke landje juist ontzettend weinig is. Toen ik ‘t na vertrek daarover met Willem had, reageerde hij heel laconiek, dat die man altijd zo nors is. En daarmee vertrokken we naar een ander centrum in de buurt om zuivelproducten in te laden, vandaar dus de koel-aanhanger.

De middag was al enigszins gevorderd, zoals mijn broodvoorraad geslonken was, toen we op de A1 in de file terechtkwamen bij Deventer. Later bleek die te zijn veroorzaakt door een verongelukte vrachtwagen met gevaarlijke stoffen. De snelweg was geheel afgesloten dus omrijden was de enige mogelijkheid en dat nam zo’n 4 uur extra in beslag. Waardoor we tegen half negen in de avond in Zaandam kwamen om te lossen in een speciale koelhal. De achterdeuren van de vrachtwagen mochten pas geopend worden in het bijzijn van iemand, die na opening met een electronische meter constateerde dat de lucht in de laadruimte inderdaad zo’n 2 graden was. In de opslaghal was het zelfs kouder dan buiten. Inmiddels was ik moe én koud.

Na het uitwisselen van de nodige formaliteiten kwam we om 21 uur aan bij het truckers-restaurant op hetzelfde industrieterrein. Tijd voor het avondeten en einde van een bijzonder lange werkdag, voor veel truckers blijkbaar heel normaal. Buiten de koffiepauze in de ochtend en het laden/lossen, was er geen ruimte geweest voor een andere pauze. Na een goed maal ging Willem in de vrachtwagen slapen, omdat hij de volgende ochtend ter plekke van aanhanger moest wisselen.

Ik vertrok na het eten met de trein naar huis in Hoorn. Het einde van een lange leerzame dag over de logistiek van ons voedsel en wat eraan vooraf gaat als wij ons pakje koffie of thee in de winkel kopen. Mijn respect voor het beroep van vrachtwagenchauffeur is flink toegenomen. Met bewondering voor de verantwoordelijkheid waarmee Willem met vrachtwagen en lading omgaat. Met bewondering voor zijn rust en acceptatie van 4 uur vertraging, de lange werkdagen die geen uitzondering zijn. Volkomen uitgeput van alleen maar mee-rijden en alle indrukken viel ik die avond in slaap.

Het lijkt me nog steeds geweldig om zelf achter het stuur van zo’n gevaarte te zitten en ermee te rijden, maar het hoeft m’n beroep niet te zijn. De indianen hebben een mooi gezegde: “Oordeel niet over iemand voordat je 3 maanden in zijn mocassins hebt gelopen.” Na één dag “meelopen” kan ik gerust stellen dat deze ervaring is door te trekken naar elk beroep, mens of situatie. Het van dichtbij “ervaren” van dit indiaanse gezegde, al is ’t maar voor een dag, is bijzonder leerzaam om het onderscheid tussen “waarneming” en “oordeel” over wat dan ook te leren maken, te voelen. Hoewel ik met veel beroepen te maken heb gehad en zelf ook enkele totaal verschillende beroepen heb gehad, heeft deze dag enorm bijgedragen aan mijn beeld van de wereld om me heen. Het is geen toeval dat ik deze ervaringen mocht opdoen, juist nu ik van “het begeleiden van mensen in hun ontwikkeling” mijn beroep heb gemaakt. Met veel dank aan Willem.

Heb je weleens in de schoenen van iemand gelopen? En, beviel het?
Laat hier je reactie weten.

Hartelijke groet,
Stef

Mieren en hersencellen

Tijdens onze vakantie werd ik geïnspireerd door het gedrag van mieren voor onze tent in Zuid-Frankrijk.

Een stukje brood van ongeveer een kubieke centimeter werd in ’n uur tijd volledig afgebroken en het nest binnengesleept, vaak in stukken groter dat ze zelf zijn.
Nu is het zo dat één enkele mier absoluut geen indrukwekkende prestatie levert, behalve het feit dat hij grotere objecten en gewichten kan tillen dan zichzelf. Dat is dan weer wél een prestatie van formaat. Maar zet eens ’n paar duizend (of miljoen) mieren bij elkaar en er ontstaat een intelligent systeem van samenwerking en communicatie, zonder dat er eentje de leiding neemt.

Een vergelijking met onze hersencellen is zo gek nog niet: Eén hersencel maakt geen deuk in ’n pakje boter en is redelijk dom. Neem nu eens 86 miljard hersencellen samen (gemiddelde mens) en stop ze in een een schedel, dan heb je toch ’n zekere mate van intelligentie. Ze communiceren met elkaar middels boodschapperstofjes en zo kunnen we met het geheel van al die cellen samen keuzes maken, boodschappen doen, elkaar herkennen, beslissingen nemen en zelfs nadenken.

En bij die laatste complexe mogelijkheid – nadenken – wil ik even stilstaan in relatie tot spreken in het openbaar. Stel, je staat voor een groep en je wilt dat je publiek aan je lippen hangt, dat je verbinding met je publiek hebt. Toch? Dan is het zaak om zo min mogelijk of niet na te denken. Nadenken haalt je uit de verbinding met je publiek én uit de flow van je verhaal. Maar ja, dat is even makkelijk gezegd. Het is belangrijk om te ervaren dat je zonder nadenken zinnige dingen kunt zeggen. Natuurlijk is het wennen in het begin, net als fietsen in het begin oefenen en wennen is. Het is ook een kwestie van erop leren vertrouwen dat je verhaal er soepel uitkomt, wanneer je niet nadenkt. Kortom, bij spreken in het openbaar kunnen we wel met wat minder hersencellen toe.

Wat is jouw persoonlijk ervaring met nadenken, wanneer je voor een groep staat?
Laat je reactie hier achter.

Hartelijke groet,
Stef

Wees jezelf

Zo op het eerste gezicht lijkt er geen verschil te zijn tussen presenteren en spreken in het openbaar. Maar naar mijn mening is er een subtiel maar niet onbelangrijk verschil tussen deze twee grootheden, terwijl ze toch vaak als synoniemen worden gebruikt. Bij presenteren denk ik aan allerlei vormen waarin je iets presenteert. Je kunt een dia-serie presentereBlog 1 mei foton, een nieuw model auto. Bij deze vorm van presenteren laat je iets zien, een product, een dienst, programma of iets dergelijks, waarbij precies dát het middelpunt vormt van je presentatie. De persoon die het presenteert is in deze voorbeelden niet de belangrijkste factor, maar de dienst of het product. Van Dale geeft bij presenteren als vermelding o.a. “zichzelf presenteren aan iemand”, maar met alle technieken is deze betekenis m.i. naar de achtergrond geraakt.

Bij spreken in het openbaar is juist de persoon die presenteert de belangrijkste factor, vandaar dat ik weleens de term authentiek presenteren gebruik. Daarmee bedoel ik dat die persoon vooral zichzelf presenteert, authentiek. Je staat in het middelpunt van de belangstelling en een eventueel product of onderwerp is van ondergeschikt belang, althans met betrekking tot de methodiek. Natuurlijk vinden we ook hierbij dat het onderwerp van gesprek belangrijk is. Vandaar dat zo vaak belang wordt gehecht aan een gedegen voorbereiding. Deze gedegen voorbereiding wordt vaak gebruikt (misbruikt) om het ongemak te maskeren dat bij spreken in het openbaar de kop op steekt. Hiermee wil ik niet zeggen dat voorbereiding op geen enkele manier nodig is. Zie bijvoorbeeld mijn eerdere blog over voorbereiding.

Ook het gebruik van apparatuur, zoals bijvoorbeeld powerpoint, wordt vaak misbruikt om het middelpunt van de belangstelling te ontwijken. Zie mijn eerdere blog hierover. Naast die inhoudelijk voorbereiding kan een andere vorm van voorbereiding van belang zijn: ervoor zorgen dat je er oké mee bent om in het middelpunt van de belangstelling te staan. Gewoon jezelf zijn, er zijn al zoveel anderen.

Dit onderscheid tussen presenteren en spreken in het openbaar maakt ook dat er nogal wat verschil is tussen de diverse trainingen op dit gebied. Speaking Circles richt zich geheel op spreken in het openbaar als voorwaarde scheppende manier om in het middelpunt van de belangstelling te (willen) staan. Zo kun je bijvoorbeeld zeggen dat iemand die goed kan presenteren niet per definitie ook goed kan spreken in het openbaar. Goed spreken in het openbaar zie ik bij iemand die gewoon zichzelf is voor publiek en geheel vanuit zichzelf zijn verhaal brengt in verbinding met ‘t publiek, ongeacht of daar wel of niet een product of dienst bij hoort.

Ervaar jij dit onderscheid ook? Of juist helemaal niet?  Laat het weten in je reactie. De knop daarvoor staat boven dit artikel.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs
Wil je 1x per maand ‘n berichtje ontvangen, geef je dan hier op:
[gravityform id=”2″ name=”Opt-in” title=”false” description=”false” ajax=”true”]

Warmte in je verhaal

SprekenEén van de vragen die werd gesteld is: Hoe leg je warmte in je verhaal? Sommige sprekers zijn in staat om iets zakelijks zo te verpakken dat het geen droge kost wordt, maar prettig om naar te luisteren.
Mijn eerste reactie hierop is dat je verbinding met je publiek nodig hebt, óngeacht het onderwerp. Dát genereert al een warmte die maakt dat de inhoud er minder toe doet. Doe zo nodig de oefeningen relational presence uit Tip 3 als je je afvraagt hoe je die verbinding met je publiek aangaat……. en Tip 1 is natuurlijk een open deur. Daarnaast, maak zo min mogelijk gebruik van powerpoint en dergelijke. Zie daarvoor Tip 4 over apparatuur overigens.
Als je in verbinding bent met je publiek zul je ongetwijfeld ook rustiger spreken, want je zit dan minder in je eigen denksysteem. Dat maakt dat je meer aansluit bij de gevoelsbeleving van je publiek. Als je veel in je eigen denksysteem en ín je verhaal zit, dan heb je meer afstand tot je publiek.
Naast dit alles kun je droge zakelijke kost ook hier en daar inzichtelijker en tevens sappiger of humoristischer maken door het gebruik van metaforen. Zo vergelijk ik Speaking Circles als methodiek om spreken in het openbaar te leren of makkelijker te maken weleens met autorijles: Je hebt ooit je rijbewijs ook niet in één dag gehaald. Er gingen ongetwijfeld ’n aantal lessen aan vooraf, waarin je in en veilige situatie kon oefenen met een instructeur naast je die kon ingrijpen als je gevaarlijke dingen deed.

Wat zijn jouw ervaringen m.b.t. warmte in je verhaal? Laat s.v.p. je reactie achter.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

In het middelpunt van de belangstelling

Vanmiddag met onze twee Siamezen naar de dierenarts. Ze waren weer toe aan hun jaarlijkse prikronde tegen kattenziekte en andere enge dingen. Mand op de behandeltafel en deurtje open. Bij de meest katten moet je ze dan uit hun mandje trekken. Zo niet deze aristocats, die niets liever willen dan “in het middelpunt van de belangstelling” staan. “Ha, nieuwe handen die me kunnen aaien en wat valt hier veel te ontdekken. Een schuifdeur die je makkelijk open kunt duwen.” Als de dierenarts even de kamer uit gaat om de injecties te pakken, zitten ze haar na te staren tot ze weer terug komt. Laten zich gewillig onderzoeken, staan zelfs doodstil op de weegschaal. En weten nog te spinnen en kopjes te geven als de naald erin gaat, waarmee ze weer ’n jaar gevrijwaard zijn van enge ziektes. De meest katten rennen na zo’n behandeling weer snel hun mandje in. Maar Patty en Ranky kunnen er geen genoeg van krijgen…… en de dierenarts ook niet.
Zo zou ’t voor ons allemaal mogen zijn: “in het middelpunt van de belangstelling” staan én er ook van genieten. Genieten van al die aandacht.

Strijken…… en Flow

Afgelopen vrijdag was ik toe aan een nieuwe strijkbout. De oude gaf na 13 jaar niet meer de automatische stoom, die het strijken juist zo makkelijk maakt. Gisteren was daar het grote moment: het eerste strijkwerk met de nieuwe strijkbout. Nadat ik jaren geleden heb leren strijken, herken ik nu de overeenkomst met bijvoorbeeld Speaking Circles. Tenslotte is alles vergelijkbaar met alles. Het begint met “aandacht”, vol aandacht aanwezig zijn met wat je aan het doen bent. In het geval van strijken heeft dit wat mij betreft te maken met het juiste neerleggen van de broek of het overhemd. Zonder die aandacht, streek ik er juist kreukels bij in plaats van eruit. De volgende fase werd “gemak”. Nadat ik had geleerd er aadacht aan te besteden werd strijken veel gemakkelijker. Inmiddels, als er voldoende strijkgoed ligt, ontstaat er zelfs ruimte om “flow” te ervaren……. zeker met de nieuwe strijkbout.
Bij Speaking Circles, en ongetwijfeld veel andere activiteiten, is het al niet anders. Het begint met aandacht, aandacht geven aan je publiek….. in het nu aanwezig zijn met je publiek. Daaruit volgt gemak, met gemak in het middelpunt van de belangstelling staan en je zegje doen. Naarmate je daarbij meer en meer gemak ervaart, kun je plotseling….. zomaar ineens flow ervaren. Je zit midden in je verhaal, hebt geen idee van de tijd…… en dan, totaal onverwacht, is je tijd om. Alsof het maar 30 seconden waren……. terwijl je nog heel lang door zou kunnen gaan. Wellicht dat een Speaking Circle de Luxe dan uitkomst biedt, want daar heb je voldoende tijd om wellicht je hele verhaal af te maken.
Probeer ’t eens uit, als strijken juist niet je grootste hobby is. Zou het dan niet leuk zijn als je het “idee” hebt dat je na 30 seconden al klaar bent met de hele berg strijkgoed. 🙂

Speaking Circles is als…… “je rijbewijs halen”.

Voordat je in Nederland met een auto de weg op mag, heb je een rijbewijs nodig. Je neemt rijles en in een veilige omgeving begin je voorzichtig met je eerste stappen op de openbare weg. In het begin heb je ongetwijfeld niet alles in de hand en kan de rijinstructeur gelukkig nog ingrijpen als je in de fout gaat. Na verloop van ’n aantal lessen doe je examen en mag je uiteindelijk zelfstandig de weg op. Dan begint ’t pas echt, met vreemde situaties die je tijdens je rijles nog nooit hebt meegemaakt. Je krijgt te maken met aggresieve medeweggebruikers, sneeuw en ijs, nare vragen van de politie als je te snel hebt gereden, etc. etc.
Bij Speaking Circles is het al niet anders. In de echte wereld buiten Speaking Circles loop je tegen situaties aan die je nog niet eerder hebt meegemaakt….. en met de kracht die je bij Speaking Circles hebt opgedaan, ga je ermee om. Met vertrouwen in jezelf ga je ermee om, ook als ’t eens ’n keer niet makkelijk is.

Het leven is als een flipperkast

Kort geleden werd ik wakker met het beeld van een flipperkast, dat het leven voorstelde. Ik ben een van de balletjes, onzichtbaar in de bak onderin de flipperkast. Eenmaal afgeschoten ben ik direct gescheiden van alle andere balletjes, koud en alleen. Bovenaan in de flipperkast begint ’t eerst nog even rustig, maar als snel knal ik overal tegenaan. Elke botsing levert punten op. Hoe heftiger de botsing hoe hoger het aantal punten. Zelfs de botsingen tegen de grenzen van het speelveld, mijn wereld, leveren punten op. Naarmate het spel vordert gaat ’t er iets rustiger aan toe. En juist als ik in rustig vaarwater denk te komen, knal ik tegen de deurtjes bij de uitgang aan. Dan begint het hele spel van botsingen opnieuw, met nog meer punten tot gevolg.
Zo voel ik me in het leven nu en dan ook een speelbal. Bij elke botsing doe ik leerervaringen op, in de hoop die niet meer tegen te komen. En dat is een illusie gebleken. Juist als ik denk iets wel geleerd te hebben, knal ik tegen zo’n puntenmaker aan. Als ’n soort tentamen. Op zulke momenten denk ik weleens dat het leven niet eerlijk is. Of ik verwijt mezelf dat ik er weer eens ingetrapt ben, het niet heb zien aankomen. Dat alles, terwijl ik toch de duidelijke overtuiging heb dat wij alles in ons leven zelf creëren. Inclusief de soort botsingen.
De wereld buiten de kast kan ik niet zien, zoals wij mensen de wereld ook niet kunnen waarnemen zoals die werkelijk is. Het enige dat is zie van de wereld om me heen, is de betekenis die ik er zelf aan heb gegeven. Laat ’t nou precies die betekenis zijn, die bepaalt hoe ik me erbij voel.
Uiteindelijk, na wat omzwervingen, rol ik rustig het leven uit en kom ik weer terecht bij de andere vertrouwde ballen in de opvangbak. Een welverdiende rustpauze voordat ik aan een volgende reis begin.