Categoriearchief: Schaamte

Oorzaak van spreekangst

Je hoeft niet per se te weten wat de oorzaak is van je spreekangst(en), maar het kán wel. De angst (in kleine of grote mate) kan talloze oorzaken hebben, hoewel één oorzaak er redelijk universeel uitspringt: We willen aardig gevonden worden en die behoefte laat vooral van zich horen wanneer we in het middelpunt van de belangstelling staan of komen te staan.

Daarnaast zijn de oorzaken voor vrijwel iedereen verschillend. Laten we eens naar drie mogelijke voorbeelden kijken, hoewel er natuurlijk meer zijn.

Gepest worden is natuurlijk niet bevorderlijk voor het gevoel dat je aardig gevonden wordt. Kinderen kunnen voor elkaar keihard zijn, terwijl ze (vaak ook logisch) nog niet begrijpen wat het effect op de ander kan zijn, zelfs tot veel later. Daarnaast bevordert zowel het pesten als gepest worden juist het gevoel van afstand en verwijdering in plaats van toenadering en verbinding. En juist verbinding is een universeel menselijk streven.

Op school vraagt de onderwijzer je onverwacht iets, je weet het antwoord zo snel niet en je schaamt je. Of je wordt uitgelachen. Je moet bijvoorbeeld op school een spreekbeurt houden en je struikelt over één woord: de hele klas lacht en jij voelt je voor gek staan. Als contrast, bedenk eens hoe populair Philip Freriks was als journaalpresentator, juist vanwege zijn versprekingen.

In je gezin kon je je niet voldoende uiten, omdat je bijvoorbeeld de mond werd gesnoerd. Of je kreeg vaak te horen dat jouw mening niet belangrijk was. Als je die vroege onterechte conclusies (uiteraard onbewust) meeneemt naar je volwassen leven, dan doe je natuurlijk niet graag je mond open, bijvoorbeeld in een vergadering of op het podium.

Het is voor de methodiek van Speaking Circles overigens niet van belang waar je angst vandaan komt. Er zijn echter situaties waarbij enige individuele begeleiding (in samenhang met een training) wél behulpzaam en soms noodzakelijk kan zijn.

Heb je daar twijfels of vragen over, bel me dan, 0622517697.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Blozen

In ongemakkelijke situaties reageren we verschillend, afhankelijk van wie en hoe we zijn.  Een van die reacties is blozen en daar gaan we het nu over hebben, vooral in relatie tot spreken voor publiek natuurlijk. Spreken in het openbaar is voor veel mensen een ongemakkelijke situatie en dus reageren sommigen daarop met blozen. Nou ja, sommigen? Dat zijn er meer dan je wellicht denkt. Alleen heeft de een er minder of geen last van en de ander wel.

Laat ik voorop stellen, dat blozen een natuurlijk verschijnsel is, waar de meeste mensen om je heen (die het zouden kunnen zien) niets mee doen. Het is nog charmant ook. Mensen om je heen spreken je er ook meestal niet op aan, wanneer je bloost. En daarnaast wordt het door veel mensen niet eens opgemerkt, wanneer je bloost. Trouwens, zie je jezelf weleens blozen? Waarschijnlijk niet, want dan moet er maar net op zo’n moment ’n spiegel in de buurt zijn. Dus het is voor jezelf vooral iets wat je voelt: de warmte in je gezicht. En wanneer je daar aandacht aan geeft, ga je wellicht ook nog onjuiste conclusies trekken, die er een probleem van maken. Conclusies die jouw publiek in meerderheid niet zal trekken of zelfs niet eens aan zal denken.

Als je er geen last van hebt, wil dat niet zeggen dat je helemaal niet bloost. Dus iemand die bloost en er geen last van heeft, doet er waarschijnlijk niets mee. Dat verschil lijkt me cruciaal: Er wel of niet iets mee doen. Als je er iets mee wilt doen, bijvoorbeeld dat het blozen weggaat, dan schenk je er aandacht aan. En, je weet ’t hè: alles waar je aandacht aan schenkt, dat groeit.

Het is dus misschien wel ’n goede strategie van mensen die wél blozen, maar er geen aandacht aan geven. Maar stel nou dat jij er wél last van hebt. Hoe zou je er dan geen of minder aandacht aan kunnen geven?

  1. Je kunt overwegen om je aandacht volledig te richten op wat je op dat moment moet doen, je verhaal vertellen bijvoorbeeld. Wanneer je volledig opgaat in je verhaal en in je verbinding met je publiek, dan heb je geen tijd meer over om je met blozen bezig te houden.
  2. Accepteren dat je dit verschijnsel (nu en dan) hebt en er maling aan hebben. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Wat je zou kunnen helpen is bijvoorbeeld ’n flinke tijd met grote regelmaat je onbewuste ervan overtuigen dat het oké is, door tegen jezelf te zeggen “ik accepteer mezelf mét blozen”, of iets in die richting. Of: “Ik bloos, dus ik leef”.
  3. Je zou regelmatig, maar vooral vóórdat je voor publiek gaat staan, een bekrachtigende lichaamshouding kunnen aannemen. Zie daarvoor dit eerdere blog.
  4. Wanneer je het ongemak deelt met je publiek, zal het kleiner worden. Delen is nl. ook halveren. Deel je probleem en het wordt kleiner, deel jezelf en je wordt groter.
  5. Zoek vaker het middelpunt van de belangstelling op, dan zal ook dit makkelijker worden. Wil je dit ’n boost geven, dan is Speaking Circles een uitstekende methodiek.

Veel succes en hartelijke groet,
Stef de Beurs

Basisbehoeften

De Amerikaanse psycholoog David McClelland (1917-1998) toonde aan dat we drie psychologische basisbehoeften hebben, die ons ieder in wisselende mate aansturen:
1. De behoefte aan aansluiting, aan ergens bij willen horen, aan aardig gevonden willen worden.
2. De behoefte aan prestatie, aan iets willen bereiken, scheppen, produceren.
3. De behoefte aan macht.

Toen ik hierover las, realiseerde ik me direct dat er belangrijke verbanden zijn tussen deze 3 basisbehoeften en het fenomeen spreken in het openbaar. Als we ongemak of angst ervaren bij spreken in het openbaar, worden deze 3 behoeften allemaal aangeraakt:
De behoefte om aardig gevonden te worden (1) steekt direct de kop op, terwijl we van onszelf verlangen dat de speech of presentatie meteen helemaal perfect is (2) en wij tijdens de speech ook nog volledig de macht (3) over onszelf willen hebben (en liefst ook over het publiek 🙂 ).

Denk je nu ook dat dit wel ’n beetje teveel is, dan ben ik het helemaal met je eens. Laat, om te beginnen de behoefte aan macht maar los. Over je publiek heb je die toch al niet. En t.a.v. macht over jezelf: wanneer je zoveel mogelijk jezelf kunt zijn, dan is die macht niet meer zo belangrijk.

Realiseer je vervolgens dat je speech of presentatie helemaal niet perfect hoeft te zijn. Je kunt zelf achteraf bijvoorbeeld wel bedenken dat je bepaalde dingen niet hebt verteld, maar je publiek weet toch niet wat je (al dan niet per ongeluk) achterwege   hebt gelaten. Voor je publiek ontbreekt er dus niets, dat zit alleen in je eigen hoofd.

Over de behoefte aan aardig gevonden willen worden wil ik je voorstellen om bij jezelf te beginnen. Begin met milder voor jezelf te zijn, minder veeleisend naar jezelf, de lat wat lager leggen, kortom: jezelf aardiger vinden, dan volgen die anderen vanzelf wel (of niet en dan is het ook goed).

Veel succes en hartelijke groet,
Stef de Beurs

Als ik maar niet……

nervousOok als je je niet op je gemak voelt om voor een groep te staan, moet je het soms gewoon doen. En wat zich in jouw gedachten afspeelt is van belang op hoe je je (vooraf en tijdens) voelt. Lichaam en geest zijn een eenheid en zij beïnvloeden elkaar over en weer. Eerder heb ik geschreven over lichaamshoudingen, waarmee je je geest kunt beïnvloeden. Omgekeerd kun je met je geest en je denken ook je lichaam beïnvloeden.

Je gedachten kunnen uitgaan naar bijvoorbeeld “als ze maar niet zien dat ik zenuwachtig ben”, “als ik maar niet ga stotteren”, “als ik (straks) nog maar weet wat ik allemaal moet zeggen”, “als ik maar niet ga zweten”, en vul de mogelijkheden maar in. Dat zijn natuurlijk niet allemaal behulpzame gedachten. De gedachten met het woordje niet erin hebben nog ’n extra onhandige lading: dit soort gedachten die in je onbewuste terecht komen, slaan het woordje niet gewoon over, omdat het onbewuste dat woord niet kent.

Lekker is dat, hè. Dus bijvoorbeeld “als ik maar niet ga zweten”, vertaalt je onbewuste in “als ik maar ga zweten”. Daarmee krijgt je onbewuste niet de boodschap die je er graag in wilt hebben. Het is dus handig om andere en meer behulpzame gedachten te hebben.

Bijvoorbeeld:
– ik weet wat ik te vertellen heb
– ik voel me vrij en open
– ik presenteer met plezier
– ik ben vol zelfvertrouwen
– ik kan alles bereiken wat ik wil
– ik ben rustig en geduldig
– ik ben in balans
– ik ben succesvol
– Ik ben veilig,      én
– wat iemand ook zegt of doet, ik voel me goed.

Dan nog iets anders: Je gedachten over wat je publiek allemaal kan zien en vinden kan je ook parten spelen in dit verband. Daarbij is het goed om je eens te beseffen, dat het grootste deel van jouw publiek blij is dat jij daar staat en zij juist niet. Het gevolg is dat zij (al dan niet bewust) ondersteunend voor je zijn.

Tot slot moet weten dat veel van jouw ongemakken onzichtbaar zijn voor je publiek. Ik heb bijvoorbeeld nog nooit knikkende knieën gezien of het zweet op iemands rug. En de figuurlijke knoop in je maag is ook echt niet zichtbaar. Het heeft dus geen zin om je daar druk om te maken. Laat het los.

Vraag aan jou: Wat is jouw meest behulpzame boodschap aan jezelf?
Reageer hieronder en laat ’t me weten.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Oorzaken van spreekangst

Slapeloze nachten 2De angst (in kleine of grote mate) kan talloze oorzaken hebben, hoewel één oorzaak er redelijk universeel uitspringt: We willen aardig gevonden worden en die behoefte laat vooral van zich horen wanneer we in het middelpunt van de belangstelling staan of komen te staan.
Daarnaast zijn de oorzaken voor vrijwel iedereen verschillend. Laten we eens naar ’n paar mogelijke voorbeelden kijken.

Gepest worden
is natuurlijk niet bevorderlijk voor het gevoel dat je aardig gevonden wordt. Daarnaast bevordert zowel het pesten als gepest worden juist het gevoel van afstand en verwijdering in plaats van toenadering en verbinding. En juist verbinding is een universeel menselijk streven. Als kind begrijpen we dat natuurlijk niet en laten we eerlijk zijn: kinderen kunnen erg hard voor elkaar zijn. Aan de andere kant, onder volwassenen komt het helaas ook voor. Er zijn recentelijk zelfs voorbeelden van kinderen die dermate gepest zijn dat ze doorslaan en iemand anders of zichzelf iets gewelddadigs aandoen.

Op school

vraagt de onderwijzer je onverwacht iets, je weet het antwoord zo snel niet en je schaamt je. Of je wordt uitgelachen. Je moet bijvoorbeeld op school een spreekbeurt houden en je struikelt over een woord: de hele klas lacht en jij voelt je voor gek staan.
In dit verband herinner ik me een docent wiskunde op de middelbare school. Nu lag wiskunde mij totaal niet. Voordat ik dat vak kon laten schieten had ik alleen onvoldoendes en wanneer mij iets gevraagd werd wist ik zo wie zo geen passend antwoord te bedenken. Dat leidde tot smadelijke opmerkingen van die docent.

In je gezin

kon je je niet voldoende uiten, omdat je bijvoorbeeld de mond werd gesnoerd. Of je kreeg vaak te horen dat jouw mening niet belangrijk was. Als je die vroege onterechte conclusies meeneemt naar je volwassen leven, dan doe je natuurlijk niet graag je mond open, bijvoorbeeld in een vergadering. Zelf ben ik bijvoorbeeld opgegroeid als jongste in een gezin met 8 kinderen, waarin de ouderen het grootste woord hadden en de jongeren minder aan bod kwamen.

Stel, je bent 4 jaar
in dit hypothetische voorbeeld. Je taal is nog niet zo hoog ontwikkeld uiteraard. Je staat in het middelpunt van de aandacht op een verjaardag en natuurlijk ben je een schattig jochie of meissie. Je zegt iets geks in je onschuld en de hele kamer zit te schudden van het lachen. De ene persoon kan tot de onbewuste overtuiging komen dat het dus leuk is en hij wordt bijvoorbeeld cabaretier. Een ander kan bijvoorbeeld onbewust concluderen dat het stom is, zich terugtrekken en later spreekangst ontwikkelen. Dit wil overigens niet zeggen dat die cabaretier in dit voorbeeld zich bij spreken in het openbaar op z’n gemak voelt. Mogelijk zelfs het tegendeel.

Dit zijn allemaal situaties, waarin je belemmerende overtuigingen opbouwt, die je natuurlijk niet helpen aan vrijheid in je communicatie met anderen of voor een groep. Besef in ieder geval dat je beslist niet de enige bent én dat er veel aan te doen is met de ruime keuze aan trainingen hiervoor.

Het is voor de methodiek van Speaking Circles (deze website) overigens niet van belang wat de oorzaak is, dat je niet in het middelpunt van de belangstelling wilt staan. Er zijn echter situaties waarbij enige individuele begeleiding (gevolgd door bijvoorbeeld Speaking Circles) wel erg behulpzaam en soms noodzakelijk kan zijn.

Heb jij wel eens stil gestaan bij de oorzaak? Laat hier je reactie weten.

Hartelijke groet,
Stef

Wetenschappelijk verhalenverteller (vervolg)

In 2012 heb ik de eerste video (Ted-talk) van Brené Brown in mijn blog opgenomen. Zij heeft lange tijd wetenschappelijk onderzoek gedaan naar kwetsbaarheid, moed, authenticiteit en schaamte. Voor ’t geval je die niet hebt gezien, klik dan hier, en kijk pas daarna naar onderstaand vervolg erop.
In onderstaande video zegt Brené ergens: “Kwetsbaarheid is geen zwakte.” (vertaald)
Het is goed om je dat te realiseren. Als je voor een groep staat en je voelt je kwetsbaar, realiseer je dan dat je de moed hebt gehad om dát te doen, waarvan je dacht dat ’t nodig was of heel graag wilde. De moed om in het ongewisse te stappen………… en het tóch te doen. Je hebt dan m.i. gewoon recht op applaus, in ieder geval van mij. Ik kom hier vast nog wel ’n keer op terug.

Laat hier je reactie weten, oké.

Hartelijke groet,
Stef

7 tips voor meer Zelfcompassie

ZelfcompassieOver het algemeen genomen zijn we tegen niemand zo streng als tegen onszelf. Natuurlijk merken we het effect daarvan ook wanneer we in het openbaar moeten (gaan) spreken. Want streng zijn tegenover onszelf wil ook zeggen dat we de lat hoog leggen. Ga eens op de lat zitten, las ik ’n tijdje geleden ergens. Kon je al direct fietsen toen je het voor het eerst probeerde? Heb je je rijbewijs in één les gehaald?

Kortom, met meer zelfcompassie heb je minder sociale stress.  Dit bleek ook uit onderzoek in Amerika, waarover geschreven wordt in Psychologie Magazine van Juni 2014.

Tijd dus voor 7 tips voor meer zelfcompassie:

1. Erken dat imperfectie soms onvermijdelijk is. Het leven verloopt lang niet altijd precies zoals wij willen. En dat zegt niets over ons. In het Boeddhisme zegt men: Er is lijden. (let op die punt)

2. We zijn niet beneden- of bovengemiddeld. We zijn zoals de meeste mensen en net als de meeste mensen hebben ook wij kwetsbaarheden en zwakke plekken. Erken dat en laat toe dat het zo is.

3. Natuurlijk hebben we af en toe (of regelmatig) negatieve gedachten. Veroordeel die gedachten niet, accepteer dat ze er zijn en klaar. (let weer op die punt)

4. Geef je niet over aan zelfmedelijden, want dat heeft met zelfcompassie niets te maken.

5. Kijk je regelmatig naar dingen die je niet bevallen aan jezelf, ga dan eens ’n dag uitsluitend met waardering kijken naar jezelf.

6. Als je jezelf op je kop geeft, bedenk dan de volgende keer (keren) direct erbij: Hoe zou je door anderen behandeld willen worden (t.a.v. dit onderwerp)?

7. Wil je weten hoe je ervoor staat m.b.t. jouw zelfcompassie, doe dan eens de test op de site van Roos Vonk, klik hier. Ook de vragen die daarin gesteld worden, kunnen je al aan het denken zetten voor verbetering.

Hoe hoog leg jij de lat voor jezelf? Laat ’t hier weten in je reactie.

Hartelijke groet,
Stef

Verbinding met je publiek

Verbinding met je publiekOngetwijfeld heb ik al eerder over dit onderwerp geschreven, maar ik wil er nu vanuit een andere benadering naar kijken. Namelijk de paradox van de natuurlijke behoefte aan verbinding versus de angst ervoor. Als je mensen, die al eerder voor publiek stonden, vraagt wat ze het liefst willen, dan is “verbinding met m’n publiek” veel gehoord. En als een enorm groot deel van de bevolking (pakweg 85%) zoveel moeite heeft met spreken in het openbaar, dan moeten we teruggaan in de tijd. Dan is het logisch dat er collectief iets aan de hand is. Niets van wat ik schrijf is wetenschappelijk bewezen, maar als je er logisch over nadenkt kom je ’n heel eind.

Laten we eens bij onze geboorte beginnen, dat is toch zo’n beetje de eerste bijzondere gebeurtenis in ons leven. Nadat we 9 maanden in een (meestal) ongelooflijk veilige en warme omgeving hebben geleefd, waarin volautomatisch in al onze behoeften werd voorzien, worden we naar buiten geperst. Onze eerste ervaring kan niet bepaald positief zijn geweest, het is plotseling koud en we moeten eerst krijsen voordat er iets aan voedselvoorziening en schoonmaak wordt gedaan. En dan hebben we het nog niet eens over verbinding en koestering, twee onmisbare grootheden voor een baby.

Je kunt je voorstellen hoe groot de kans is op verlatingsangst en daartegenover de levenslange behoefte aan verbinding. Natuurlijk is dat niet bij iedereen in dezelfde mate het geval en ook onze opvoeding en ons opgroeien speelt ’n flink toontje mee. Bij (de angst voor) spreken in het openbaar komen we dit vooral weer tegen, ook in bedekte termen. Denk bijvoorbeeld aan vragen die we onszelf nogal eens stellen: “wat zullen ze wel niet van me vinden”, “doe ik het wel goed genoeg”, “bén ik wel goed genoeg”, en dergelijke. Schaamte en afgeserveerd worden kunnen regelrecht linken aan onze verlatingsangst, ook wel angst om buitengesloten te worden. We willen niets liever dan “erbij horen“, ofwel verbinding met de groep hebben waartoe we behoren.

In relatie tot spreken in het openbaar:
We moeten dus met die verbinding beginnen om die angst voor spreken in het openbaar te overwinnen. Verbinding met je publiek dus, simpelweg door je publiek – één persoon tegelijk – in de ogen te kijken. In dié verbinding komen je woorden ook daadwerkelijk áán. Het is niet zo verwonderlijk dat Speaking Circles dit als basis in zich heeft. Relational Presence, in relatie zijn met één persoon, is een van de belangrijkste fundamenten van Speaking Circles. Het is een van de elementen die in de trainingen uitgebreid aan bod komen en die je ook tegenkomt in de online cursus.

Wat is jouw ervaring? Hoe heb jij een goede verbinding met je publiek? Laat ’t hier weten.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs
Wil je 1x per maand ‘n berichtje ontvangen, geef je dan hier op:
[gravityform id=”2″ name=”Opt-in” title=”false” description=”false” ajax=”true”]

Waar praat je niet graag over?

Geïnspireerd door de video van Brené Brown (hieronder weergegeven op 26 november 2012), wil ik het met je hebben over kwetsbaarheid, moed, authenticiteit, schaamte en angst.
Over angst en moed heb ik eerder geschreven in “Heldhaftig” van 16 oktober 2012, in die zin van ergens angst voor hebben en het dan tóch doen.
Brené Brown heeft het in haar video over schaamte die je kunt uitleggen als angst voor het verbreken van de verbinding, de verbinding met anderen waar we allemaal van nature naar streven. Om verbinding te realiseren moeten we onszelf toestaan volledig gezien te worden, feitelijk in de spotlights van anderen staan. En daar komt moed weer om de hoek kijken: de moed om onvolmaakt te zijn en onszelf daarin volledig accepteren. Dus kwetsbaar en authentiek.

Van cursisten heb ik nogal eens gehoord dat zij er op hun werk niet over spraken wanneer zij een workshop of cursus spreken in het openbaar gingen volgen. Uit schaamte soms, want dat moet je toch gewoon kunnen? Of angst wellicht, voor afwijzing? Mogelijk tot dat moment niet wetend, dat het grootste deel van de mensen niet graag op deze manier in het middelpunt van de belangstelling staat. Je bent dus niet de enige. Hoe minder je erover praat, hoe meer last je er van hebt. En hoe harder je vecht tegen de angst of schaamte, hoe groter het is of kan worden. Want waar je flink energie in steekt (=hard tegen vechten), daar krijg je meer van.

Ik wil je hier nadrukkelijk uitnodigen om te reageren:

Praat je hier weleens over, op ’t werk? met vrienden? Hoe reageren die anderen? Of, waarom praat je er juist niet over? Wat belemmert je om er open over te praten?

Hartelijke groet,
Stef