Categoriearchief: Speaking Circles

Kijk me aan als je praat

Blijkbaar vergt oogcontact veel aandacht van onze hersenen, volgens  Japanse onderzoekers. Dit bleek uit een experiment waarin ze proefpersonen oogcontact lieten maken met een luisteraar, die onafgebroken naar hen staarde. Echter, de controlegroep die gewoon wat rond mocht kijken, scoorde evengoed bij de test.
MAAR, bij echt pittige taken lieten de contactmakers het afweten ten opzichte van de controlegroep. De onderzoekers denken daarom dat oogcontact niet echt in de weg zit wanneer je naar woorden zoekt, maar wel bij hogere cognitieve functies.  Tot zover, (vrij naar) Psychologie Magazine, Februari 2017.

Er is dus geen gegronde reden waarom je je publiek niet zou aankijken, als je iets vertelt. Meer dan eens heb ik gehoord van cursisten, die naar woorden zochten en dus weg wilden kijken (om te zoek in hun eigen hoofd), maar dat blijkt dus helemaal geen noodzaak te zijn, volgens onderzoekers.

Een van de kenmerken, zeg maar gerust fundamenten, van Speaking Circles is nu Relational Presence, hier even vertaald naar aanwezigheid in relatie met één ander. Ofwel, verwijzend naar genoemd onderzoek, voortdurend oogcontact. Dat je tijdens het spreken én kijken dan dus vrijwel niet diepgaand kunt nadenken, is geen enkel beletsel. Want hoe meer je nadenkt, tijdens een speech, hoe beroerder het wordt.

Daarbij ga ik ervan uit dat je “weet waar je het over hebt”, als het om een speech gaat, waarvan je vooraf het onderwerp weet en bijvoorbeeld hebt overdacht. Maar ook bij spontane speeches hoef je je niet gehinderd te voelen door een overdaad aan denken. Luister naar wat er uit je mond komt. Het is vooral een kwestie van vertrouwen krijgen in je eigen woorden, wanneer je juist minder tot niet nadenkt.

Oefenen? Kom dan naar een Speaking Circle, zou ik zeggen.

Verbinding met je publiek

Verbinding met je publiekOngetwijfeld heb ik al eerder over dit onderwerp geschreven, maar ik wil er nu vanuit een andere benadering naar kijken. Namelijk de paradox van de natuurlijke behoefte aan verbinding versus de angst ervoor. Als je mensen, die al eerder voor publiek stonden, vraagt wat ze het liefst willen, dan is “verbinding met m’n publiek” veel gehoord. En als een enorm groot deel van de bevolking (pakweg 85%) zoveel moeite heeft met spreken in het openbaar, dan moeten we teruggaan in de tijd. Dan is het logisch dat er collectief iets aan de hand is. Niets van wat ik schrijf is wetenschappelijk bewezen, maar als je er logisch over nadenkt kom je ’n heel eind.

Laten we eens bij onze geboorte beginnen, dat is toch zo’n beetje de eerste bijzondere gebeurtenis in ons leven. Nadat we 9 maanden in een (meestal) ongelooflijk veilige en warme omgeving hebben geleefd, waarin volautomatisch in al onze behoeften werd voorzien, worden we naar buiten geperst. Onze eerste ervaring kan niet bepaald positief zijn geweest, het is plotseling koud en we moeten eerst krijsen voordat er iets aan voedselvoorziening en schoonmaak wordt gedaan. En dan hebben we het nog niet eens over verbinding en koestering, twee onmisbare grootheden voor een baby.

Je kunt je voorstellen hoe groot de kans is op verlatingsangst en daartegenover de levenslange behoefte aan verbinding. Natuurlijk is dat niet bij iedereen in dezelfde mate het geval en ook onze opvoeding en ons opgroeien speelt ’n flink toontje mee. Bij (de angst voor) spreken in het openbaar komen we dit vooral weer tegen, ook in bedekte termen. Denk bijvoorbeeld aan vragen die we onszelf nogal eens stellen: “wat zullen ze wel niet van me vinden”, “doe ik het wel goed genoeg”, “bén ik wel goed genoeg”, en dergelijke. Schaamte en afgeserveerd worden kunnen regelrecht linken aan onze verlatingsangst, ook wel angst om buitengesloten te worden. We willen niets liever dan “erbij horen“, ofwel verbinding met de groep hebben waartoe we behoren.

In relatie tot spreken in het openbaar:
We moeten dus met die verbinding beginnen om die angst voor spreken in het openbaar te overwinnen. Verbinding met je publiek dus, simpelweg door je publiek – één persoon tegelijk – in de ogen te kijken. In dié verbinding komen je woorden ook daadwerkelijk áán. Het is niet zo verwonderlijk dat Speaking Circles dit als basis in zich heeft. Relational Presence, in relatie zijn met één persoon, is een van de belangrijkste fundamenten van Speaking Circles. Het is een van de elementen die in de trainingen uitgebreid aan bod komen en die je ook tegenkomt in de online cursus.

Wat is jouw ervaring? Hoe heb jij een goede verbinding met je publiek? Laat ’t hier weten.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs
Wil je 1x per maand ‘n berichtje ontvangen, geef je dan hier op:
[gravityform id=”2″ name=”Opt-in” title=”false” description=”false” ajax=”true”]

7 tips voor een lekkere presentatie

Nadat ik voor de zomer het seizoen ben uitgestapt met 7 tips om je presentatie te verpesten, zal ik nu het nieuwe seizoen beginnen met 7 tips voor een lekkere presentatie. Natuurlijk is zo’n lijstje nooit compleet en ook over het aantal kan men van mening verschillen. Na de eerste tip is zelfs de volgorde willekeurig.

1. Zorg dat je verbinding met je publiek hebt.
Neem de tijd om er als het ware een één-op-één gesprek van te maken met telkens één persoon tegelijk in je publiek, ook al zegt die persoon natuurlijk niets terug. Kijk die persoon aan terwijl je spreekt, zodat je woorden niet in het luchtledige of op de grond vallen, maar echt áánkomen bij iemand.

2. Zorg dat je speech levendig is, dus ter plekke ontstaat.
Natuurlijk is ’t handig om enige voorbereiding te doen en te beoordelen waarover je speech gaat. Je kunt dan ’n lijstje met steekwoorden maken. Maar ook (of misschien wel júist) als er geen voorbereiding mogelijk is kun je prima een speech houden, die ter plekke ontstaat. Wees gewoon jezelf!

3. Neem de tijd en praat rustig, dan kunnen de meeste mensen je volgen en heb je ook voldoende tijd om adem te halen.

4. Hanteer eenvoudige taal zonder ingewikkelde woorden, des te meer mensen kunnen je volgen. Wat niet eenvoudig gezegd kan worden is ingewikkeld gedacht.

5. Gebruik zo min mogelijk of geen apparatuur, zoals powerpoint en dergelijke.
Je bent dan op jezelf aangewezen en ook niet afhankelijk van het wel of niet functioneren van dergelijke apparatuur. Bovendien, het publiek komt voor jou en niet voor ’n aantal plaatjes.

6. Een open deur: Volg eens ’n training of cursus.
Heb je je rijbewijs gehaald zonder rijles en oefening? Nee toch. Waarom zou je dat dan wel verlangen van jezelf bij spreken in het openbaar?

7. Gebruik elke gelegenheid om te oefenen, hoe onbeduidend ook.

Meer tips? Klik hiernaast bij onderwerpen op tips en er komt vast nog meer tevoorschijn.

Heb je zelf tips, die voor jou goed hebben gewerkt, laat ze weten door te reageren op dit artikel.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Overtuigingen

De logische niveaus van Bateson

De Brit Gregory Bateson (1904-1980), gedragswetenschapper, sociaal wetenschapper, linguïst en cyberneticus, ontwikkelde een model om mensen bewust te maken van zichzelf met behulp van vragen als “Wat doe je, wat kan je, wat wil je, wie ben je?” Robert Dilts ontwikkelde zijn model verder tot wat het nu is. De werking van Speaking Circles op iemands innerlijke groeiprocesssen kan goed vanuit de opzet van dit model begrepen worden.

Het model kan weergegeven worden als een piramide van zes niveaus. Elk niveau heeft zijn eigen waarde, het ene niveau is niet beter dan het andere.

Logische niveaus

Niveau één. De omgeving of situatie

De omgeving of situatie (context) waarin iemand zich begeeft of bevindt, is het onderste niveau van de piramide. Het zijn de omstandigheden waarin mensen verkeren en waarop ze reageren met hun mogelijkheden en beperkingen.
Kernvragen op dit niveau zijn: Wáár reageer ik op? Wanneer en met wie? De focus ligt op gebeurtenissen en werkwoorden die hierbij passen, zijn uitleggen, verklaren.

Niveau twee. Het gedrag

Iemands waarneembaar concrete gedragingen en het gedrag op zijn omgeving dat hij vertoont, is het tweede niveau van de piramide.
Kernvragen zijn: Wat doe ik? Hoe handel ik? Wat is mijn observeerbare gedrag? De focus ligt op invloed en het werkwoord dat hierbij past, is doen.

Niveau drie. Vaardigheden / Mogelijkheden

Het derde niveau wordt gevormd door de vermogens waarover iemand beschikt: zijn inzichten, capaciteiten, vaardigheden, kwaliteiten en denkstrategieën.
Kernvragen zijn: Hoe pak ik het aan? Wat kan ik? De focus ligt nu op handelen en het werkwoord dat hierbij past, is kunnen.

Niveau vier. Overtuigingen / Waarden

Het vierde niveau bestaat uit de overtuigingen van iemand: zijn generalisaties, criteria, normen, waarden, verwachtingen en opvattingen, voortkomend uit iemands waarden en normen ten aanzien van bepaalde onderwerpen.
Kernvragen zijn: Waarom doe ik het? Wat vind ik belangrijk? Waar gaat het mij om? Belemmerende overtuigingen kunnen verhinderen dat iemand zijn reeds aanwezige kwaliteiten inzet. Bevorderende overtuigingen zullen iemands kwaliteiten juist ondersteunen. De focus bij overtuigingen ligt op waarden en normen en de werkwoorden die hierbij passen, zijn willen, mogen, horen, moeten.

Niveau vijf. Identiteit

Het vijfde niveau is dat van de identiteit ofwel het beeld dat iemand van zichzelf als uniek persoon heeft met de missie die men in het leven heeft, het zelfbeeld en de bijbehorende gevoelens van uniciteit en eigenwaarde.
Kernvragen zijn: Wie ben ik? Wat voor iemand ben ik? Wat is mijn levensdoel? De focus ligt op drijfveren, passie en het werkwoord dat hierbij past is zijn.

Niveau zes. Zingeving / Missie

De kern van de persoon, iets dat iemand als de essentie van het leven ervaart, is het zesde en hoogste niveau in de hiërarchie. Dit niveau is spiritueel en kennen we als zingeving: de intuïties omtrent het grotere geheel waarvan men deel uitmaakt, alsmede de roeping en de bezieling die dat grotere geheel verschaft.
Kernvragen zijn: Van waaruit handel ik? Waar ben ik een onderdeel van? Wat is het grotere geheel dat mij leidt? Wat geeft mijn leven zin? De focus hierbij is innerlijk weten en het hierbij passende werkwoord is betekenis geven.

Ten aanzien van de onderlinge samenhang tussen deze niveaus is het volgende van belang.
Een hoger niveau organiseert de informatie op de onderliggende niveaus. Een verandering op een hoger niveau zál veranderingen op de lagere niveaus teweeg brengen. Een verandering van bijvoorbeeld een overtuiging (Vierde niveau) zál een ander gedrag (Tweede niveau) tot gevolg hebben.

Een verandering op een lager niveau kán verandering op een hoger niveau teweeg brengen. De oorzaak van een probleem ligt doorgaans op een hoger niveau dan het probleem zelf en daarmee ligt de (meest wenselijke) oplossing ook op een hoger niveau dan het probleem zelf.

Op ieder logisch niveau verlopen de leerprocessen anders en komen veranderingen op een andere manier tot stand.

Speaking Circles en de logische niveaus van Bateson

Hoewel Speaking Circles niet speciaal een training in iets is (de beste techniek is immers géén techniek), oefent Speaking Circles wel degelijk invloed uit op de verschillende niveau’s van Bateson.

We zijn, bijvoorbeeld, allemaal in staat om naar elkaar te kijken, maar toch kan “iemand in de ogen kijken” (ook wel oogcontact genoemd)  voor een cursist een nieuwe vaardigheid zijn.

In sommige culturen word je als kind bijgebracht dat het onbeleefd en respectloos is om ouders of volwassenen rechtstreeks in de ogen te kijken. Deze overtuiging neem je als waarde en norm mee naar je volwassenheid, waar deelname aan Speaking Circles en die vorm van oogcontact (relational presence) je vervolgens confronteert met je overtuigingen in deze.

In het algemeen kun je zeggen dat de methodiek van Speaking Circles vooral invloed heeft op belemmerende overtuigingen (Vierde niveau). Ook is er veel invloed op het gebied van identiteit, waar het gaat om het zelfbeeld en gevoelens van eigenwaarde (Vijfde niveau); het zelfbeeld en de gevoelens van eigenwaarde krijgen immers een sterke, positieve impuls door de bekrachtigende waardering tijdens de workshops.

Het bereik van Speaking Circles is door de niveaus heen dan ook behoorlijk groot. Waar veel gangbare en al langer bestaande methoden zich veelal richten op gedrag en vaardigheden, gaat de invloed van Speaking Circles verder dan dat, met daardoor vaak diepgaander effecten.

Het komt zelfs voor dat cursisten zichzelf dermate ontwikkelen dat er ruimte ontstaat op het hoogste, spirituele (zesde) niveau, waardoor plotseling zicht kan komen op iemands bestemming/levenspad……

Laat s.v.p. je reactie achter!

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Van Oud naar Nieuw

2013Op Oudejaarsdag, te midden van het geknal in de wijk, terwijl de kat ’n veilig heenkomen heeft gezocht in het trappenhuis, zit ik ’n beetje te mijmeren over het afgelopen jaar en het komende jaar…….. en als ik weer verder schrijf is het ineens middag op 1 januari na het traditionele nieuwjaarsconcert in Wenen……

Voor 2013 wens ik je een inspirerend jaar, vrede met jezelf en anderen, dat je kunt veranderen wat veranderbaar is, dat je kunt accepteren wat onveranderbaar is, én de wijsheid om het onderscheid tussen die twee te weten.

Wat is veranderbaar en wat niet, in relatie tot het onderwerp spreken in het openbaar ? Om eens op één element in te gaan: de werkelijkheid is een feit, het publiek is daar en het enige waar verandering mogelijk is ben JIJ. We zien de wereld niet zoals die is, maar zoals we zijn. Dat heb je vast al eerder gelezen of gehoord. In veel situaties van opwinding of spanning vallen we terug op automatische patronen.
Dat brengt met zich mee dat we de strengheid waarmee we naar onszelf kijken en onszelf beoordelen of zelfs veroordelen ook projecteren op ons publiek, dat er naar ons idee dus net zo over zal denken als wij. En dát is natuurlijk gewoon níet waar. De werkelijkheid is dat het publiek zijn eigen dingen over jou denkt en ik durf je te verzekeren dat dat vrijwel altijd veel positiever is dan wat jij over jezelf denkt.

Hoe meer je in het NU bent, hoe meer je bovengenoemde automatische patronen kunt loslaten en juist dát is één van de effecten van Speaking Circles.

Hoe doorbreek jij die automatische patronen ?
Hoe blijf jij voor een groep in het nu ?
Plaats s.v.p. een reactie en laat ’t weten.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

 

Spreken in het openbaar – Tip 4

Apparatuur: Beamer, powerpoint, etc.

Mijn visie hierop is: hoe minder apparatuur, hoe beter. In veel lezingen tref je in het midden voor het publiek het scherm aan waarop via een beamer een en ander wordt vertoond tijdens de lezing. Dat betekent dat de apparatuur in het middelpunt van de belangstelling staat in plaats van degene die de presentatie geeft. In het ergste geval gaat de presentator aan de zijkant staan en leest voor wat er op het scherm verschijnt. Hinderlijk voor het publiek, want er is geen enkele verbinding met de spreker. Hinderlijk voor de spreker, want als het publiek naar een scherm kijkt ben je zelf ook uit verbinding met je publiek en dat kan je weer ongemak bezorgen. Bovendien leest het publiek het scherm sneller dan de presentator het kan voorlezen. Mensen kunnen niet zo heel veel dingen tegelijk, dus als ze op het scherm aan het lezen zijn, dan is de kans des te groter dat ze helemaal niet meer horen wat je te zeggen hebt.
Ik zou het graag willen omkeren: jij als spreker staat in het middelpunt van de belangstelling en als je persé apparatuur nodig hebt, zet die dan aan de zijkant. En reduceer het aantal beelden tot een absoluut minimum, het hoogst noodzakelijke. Laat als het even kan iemand anders op jouw signalen de apparatuur bedienen. Regelmatig heb ik meegemaakt dat een lezing opgeschort moest worden en zelfs een keer tussentijds afgebroken omdat de apparatuur problemen gaf. De presentator had zich dermate aan de apparatuur opgehangen, dat hij zonder de beelden gewoon niet verder kon. Dus als je dan toch appartuur gebruikt – soms ontkom je er natuurlijk niet aan – zorg dan dat je ook altijd zonder kunt.
Als het geven van een diapresentatie het hoofddoel van de avond is, dan is het natuurlijk andersom: De apparatuur en scherm zijn hoofddoel en je tekst is dan alleen begeleidend. Als je niet om beelden heen kunt, zorg er dan ook voor dat je apparatuur en dergelijke ruim op tijd in de zaal hebt getest. Zo kom je tijdens je presentatie niet voor verrassingen te staan. Als je een zgn. flip-over gebruikt, beperk dan de tijd dat je erop schrijft. Je hebt tijdens het schrijven nl. geen verbinding met je publiek. Voor al deze apparatuur geldt mijns inziens: als het géén adequate functie vervult, laat het dan maar achterwege. Als de apparatuur dient als afleiding van jezelf, zorg dan dat je zelf graag in het middelpunt van de belangstelling staat en laat het niet aan de apparatuur over.
Succes. Stef

Spreken in het openbaar – Tip 3

Relational Presence – Aanwezigheid in relatie:

Doe eens de volgende oefening met ‘n vriend of vriendin, die dit ook eng vindt en/of die je vertrouwt. Ga op je gemak tegenover elkaar zitten, zonder tafel ertussen. Zet een kookwekker ofzoiets op 1 minuut en kijk elkaar alleen maar in stilte in de ogen. Dat stil zijn is erg belangrijk. Het kan gebeuren dat je erom moet lachen. Dat is OK, maar “geef er geen woorden aan”. Probeer ’t dan telkens opnieuw……. tot ’t lachen vanzelf over gaat. Lukt dat, maak er dan 5 minuten van, eerst ook weer in stilte.
Daarna ieder 5 minuten mét de mogelijkheid om te praten terwijl de ander uitsluitend stil luistert:
Blijf elkaar in de ogen kijken. De één heeft de mogelijkheid te spreken, vanuit zichzelf en dat mag niet over de ander gaan. Spreek vanuit jezelf. Wat is nu belangrijk en komt nu in je op om te delen? Let op: je kúnt spreken en je kúnt ook stil blijven. De ander mag niet verbaal reageren, alleen vol aandacht luisteren, beschikbaar zijn met de ogen. Op wat gezegd wordt, gaat de ander niet in, ook niet in zijn/haar 5 minuten, of later.
Daarna dezelfde mogelijkheid van 5 minuten voor de ander, waarbij dezelfde afspraak van hiervóór van toepassing is.
Waar dient dit alles toe? In feite is dit ook voorbereiding, voorbereiding om voor een publiek aanwezig te zijn in relatie met één persoon tegelijk. Hier kom ik in een volgende tip op terug. Succes, Stef

Spreken in het openbaar – Tip 2

Mijn visie op voorbereiding.

Natuurlijk is enige voorbereiding handig, maar niet zoals vaak gedacht wordt. Ga een speech vooral niet vooraf uitschrijven. Laat dit s.v.p. over aan de Voorbereidingtroonrede van de koningin. Als je dat doet, wat ga je dan met die uitgeschreven speech doen? Enerzijds kun je hem voorlezen, maar dat is absoluut niet spontaan en komt dus heel kunstmatig over. Bovendien, door het voorlezen, heb je vrijwel geen verbinding met je publiek. Anderzijds zou je de uitgeschreven speech uit je hoofd kunnen leren. Dat is eveneens niet erg spontaan en er zit nog een nadeel aan: Als je de draad van je verhaal kwijt bent, loop je het risico de draad niet meer terug te vinden. Bovendien kun je niet makkelijk inspelen op vragen of opmerkingen uit het publiek. Ga na wat je al weet over de onderwerpen van je speech en noteer wat steekwoorden over wat je ter sprake wilt brengen. Verdiep je in onderwerpen waarover je meer informatie nodig hebt.
Als van je verwacht wordt dat je een speech gaat houden, dan is de kans groot dat jij ook voldoende over het onderwerp weet. De meeste informatie zal dus al in je zitten, zogezegd. Het hoeft er alleen maar op het juiste moment uit te komen. Als je onderwerp bijvoorbeeld bestaat uit 7 items, schrijf dan 7 steekwoorden op een kaartje. Op technieken als Powerpoint kom ik zeker nog ’n keer terug. Laat in de weken of dagen voorafgaand aan je speech nu en dan je gedachten gaan over die items en wat je er allemaal over “zou kunnen” vertellen. Laat verder je gedachten gaan over het soort publiek waar je voor komt te staan. Zijn het mede-deskundigen t.a.v. het onderwerp of leken. Dat maakt natuurlijk verschil. Hoeveel tijd is er voor je speech beschikbaar? Heb je 20 minuten beschikbaar en ben je na 15 minuten klaar, prima. Je hoeft niet alle beschikbare tijd te vullen. Zorg dat je een klok, stopwatch of MotivAider hebt zodat je weet wanneer je je speech moet afronden. Als je al ervaring hebt met bijvoorbeeld Speaking Circles, ga ik er vanuit dat je voldoende zelfvertrouwen hebt om je speech in het moment te laten ontstaan. Zo niet, ga terug naar tip 1. Autorijden leer je ook niet in één rijles. 🙂
Andere voorbereidingen. Het is erg prettig om vooraf te weten hoe de zaal eruit ziet. En wat zijn de mogelijkheden van geluidsinstallatie? Is er een microfoon met of zonder draad? Kun je de microfoon meenemen terwijl je voor het publiek beweegt? Zaken die je vooraf even kunt nagaan. En als dit allemaal niet mogelijk is, neem ’t zoals ’t komt.

Spreken in het openbaar – Tip 1

Volg eens ’n workshop of cursus. De eerste tip is natuurlijk een open deur. Maar hoe vanzelfsprekend is die open deur eigenlijk? Voor zoiets als autorijden zou je het niet in je hoofd halen om zonder rijles de weg op te gaan. Het is dus heel normaal om voor een nieuwe vaardigheid ’n cursus te volgen. Of, om een bestaande vaardigheid verder te verfijnen. Of, om een bestaande belemmerende overtuiging te vervangen voor een helpende overtuiging.

Wij mensen zijn soms zo veeleisend t.o.v. onszelf, dat we verlangen dat we dit zomaar moeten kunnen. En ja, het liefst meteen perfect. Herkenbaar? Er zijn workshops en cursussen in alle soorten en maten en dat is niet voor niets. Mensen zijn er ook in alle soorten en maten. Als je dus, misschien juist zonder dat je weet waarom, aangetrokken wordt door een bepaalde cursus dan is de kans groot dat het voor jou de juiste is. Veel succes! Stef