Categoriearchief: Tips

Het 11e gebod

In het Financieele Dagblad van 10 november 2018 stond een artikel van Jim Stolze over de 10 geboden voor een presentatie. Het betrof de 10 geboden van de organisatie van TED Conferenties in Amerika, waarvan ook de lokale TEDx een afgeleide is. Voor een voorbeeld daarvan klik hier.

Op ’n paar van die 10 geboden wil ik graag ingaan:
3. Doe niet moeilijk. Breng complexe zaken terug naar de essentie. Geef voorbeelden. Leg uit door middel van verhalen en wees specifiek.
Je kent ze vast wel, mensen die de meest ingewikkelde dingen op ’n heel begrijpelijke en eenvoudige manier kunnen vertellen / uitleggen. Denk bijvoorbeeld aan Erik Scherder, hoogleraar neuropsychologie of Robbert Dijkgraaf, directeur van het Institute for Advanced Study te Princeton.
Als je verhaal dus over ingewikkelde dingen gaat, bedenk dan hoe je het extra-eenvoudig kunt maken, eventueel aan de hand van voorbeelden.
Maar ook: als je verhaal helemaal niet zo ingewikkeld is, ga het dan niet moeilijker maken door dure woorden te gebruiken, bijvoorbeeld om te laten zien dat je geleerd hebt. Dat sluit goed aan bij gebod 5: Doe jezelf niet belangrijker voor. Opscheppen is de snelste manier om de zaal te verliezen.

4. Zoek verbinding met de zaal op emotioneel niveau. Dit is vooral van belang, als je zaal groot én donker is. Daarnaast promoot ik uiteraard altijd Relational Presence, maar het één sluit het ánder natuurlijk niet uit.
8. Het is prima om wat steekwoorden op papier te hebben. Voorlezen uitsluitend oké als je het echt niet anders kunt. Hier heb ik ongetwijfeld eerder over geschreven (zie bij onderwerpen onder Voorbereiding). Zorg ervoor dat je verhaal / voordracht vers is en ga dus niet je speech voorlezen.

Daarnaast ging het artikel in op de tijdsduur van een speech, bij TED is dat (volgens een van de geboden) dus 18 minuten. Nu is het natuurlijk zo dat je bij de ene spreker al binnen 7 minuten in slaap kunt vallen, terwijl je bij de ander na ’n uur of langer nog fris aan zijn/haar lippen hangt. Zelf ben ik wel ’n voorstander van ’n limiet van zo’n 20 tot 30 minuten. Wat m.i. echter nog belangrijker is: Als je publiek vooraf weet hoelang je speech ongeveer duurt, dan is het veel meer bereid om er met aandacht bij te zijn dan bij een open einde.

Oh ja, nog wel even terug naar de titel – het 11e gebod – dit is niet van TED, maar komt in het artikel naar voren als tip van collegatrainer Remco Claassen: Geen Powerpoint. Deel nooit het podium met iets wat meer licht geeft dan jijzelf. Héél mooi gezegd. Daar sluit ik me graag bij aan, zoals je ongetwijfeld begrijpt na mijn vorige artikel over Powerpoint.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Praktijkgevallen (2)

Eerder heb ik over een praktijkervaring geschreven, waarbij het niet om mijn eigen tekst ging. Dit keer een nieuwe ervaring van ergens in 2017 en wat ik ervan geleerd heb blijft actueel en is ook voor jou van waarde.
Het ging dit keer om ’n tekst van een A-viertje en ik had het ook mogen voorlezen. Dat is nou net ’n uitdaging voor mij om ’t dan toch uit m’n hoofd te leren en het dan ook echt goed te doen. Gezien de inhoud zou je ook kunnen zeggen, uit ’t hoofd, hart én buik. Dit keer had ik ruim de tijd, meerdere weken. Ik heb dus 4 dingen gedaan om het voor elkaar te krijgen.

  1. Visueel: Ik heb het stuk regelmatig gelezen, soms ’n paar keer per dag, dan weer even niet, soms elke dag één keer, etc.
  2. Auditief: Ik heb de tekst ingesproken op m’n telefoon en regelmatig geluisterd als ik iets anders aan het doen was. Bijvoorbeeld in de auto, aangesloten op de stereo van de auto. Met de tekst van ruim 3 minuten en ’n uur achter het stuur tikt dat aardig aan, uiteraard op “repeat”. Soms sprak ik dan hardop mee en het gebeurde ook dat ik ogenschijnlijk niets hoorde, waardoor de tekst regelrecht m’n onbewuste in zal zijn gegaan.
  3. Kinesthetisch: De tekst heb ik ’n keer met de hand overgeschreven en daarna heb ik ‘m ’n aantal keer uit m’n hoofd opgeschreven……. totdat het goed en compleet was. Lezen en lopen gelijktijdig is ook een goede combinatie.
  4. Tot slot heb ik de tekst regelmatig hardop voorgedragen, totdat het goed was.

Toen het moment van de praktijk daar was, heb ik vooral de tijd genomen om rustig te spreken met voldoende pauzes, juist ook om de inhoud te laten boven komen. Ik was meer dan tevreden.

Onder het motto “wat de één kan, kan de ander leren”, doe er je voordeel mee…., maar alleen als het echt nodig is. Als de tekst van je speech niet vastligt of van ’n ander is, laat het dan maar spontaan ontstaan terwijl je spreekt. Zie daarvoor ook andere artikelen – o.a. over voorbereiding.

Succes en hartelijke groet,
Stef de Beurs

Tips Tips Tips

Er circuleren op internet heel wat tips over spreken in het openbaar, ook op deze site. Daarvan is de eerste tip natuurlijk een open deur: Volg eens ’n cursus of training. Heb je ooit je rijbewijs gehaald zonder enige rijles? Toch is dat wat veel mensen van zichzelf verwachten, onder het motto ik kan toch spreken. Maar bij spreken in het openbaar komt er een dimensie bij: een meerkoppig publiek, dus waar richt je je dan op.

Speaking Circles
maakt het mogelijk en helpt je een échte ontmoeting en verbinding met je publiek aan te gaan. Dit is vergelijkbaar met een-op-een gesprekken in die zin dat het een serie mini-een-op-een-gesprekken is.
Om je rijbewijs te halen heb je, naast theorie, ook rijles nodig. Praktijkervaring dus. Bij Speaking Circles is dat natuurlijk niet anders. Je kunt het niet uitsluitend uit een boek of ’n serie tips leren.

MAAR……
ik ben van mening dat je een cursus of training moet volgen die je persoonlijk aanspreekt, ook al zou dat niet de methode zijn die ik zelf hanteer: Speaking Circles®. Dit zeg ik omdat ik meer dan eens heb meegemaakt dat iemand anders dan de feitelijke deelnemer een cursus zocht, een HR-manager voor een personeelslid bijvoorbeeld. Dan sprak mijn training de HR-manager wel aan, maar bleek later het personeelslid toch iets anders nodig te hebben. Natuurlijk kun je je wel laten inspireren door iemand anders, maar het is m.i. essentieel dat je zélf beoordeelt of een training je al dan niet aanspreekt. Meer lezen over Speaking Circles, klik hier.

Voor 2018 wens ik je een spraakzaam, gezond, gelukkig en inspirerend jaar.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Stilte voor de storm

Begin even met stilte

Wanneer je voor publiek staat, begin dan niet onmiddellijk te spreken. Wees even stil en kijk je publiek aan. Daarmee bedoel ik niet het publiek als geheel, maar slechts één persoon tegelijk. Kijk hem of haar aan een blijf nog even stil. Er zijn ongetwijfeld nog mensen in je publiek aan het praten of op ’n andere manier nog niet beschikbaar voor jou. Dus neem even de tijd, dan komen ook zij beschikbaar.

Dit is ook ’n prima manier om je publiek stil te krijgen. Je geeft nl. zelf het voorbeeld van wat je wilt dat er gebeurt: Je geeft aandacht, want je wilt dat zij aandacht voor je hebben. Je bent stil, want je wilt graag dat zij ook stil zijn. Kortom, doe dát waarvan je wilt dat je publiek dat doet, voordat zij beschikbaar zijn om naar jou te luisteren.

Sta jij al vaker voor publiek, dan is dit misschien zelfs vreemd voor je. Of doe je dit al? Kijk je jouw publiek eerst in stilte aan, voordat je gaat spreken?

Voor jou als spreker heeft dit het voordeel dat je even kunt aankomen op het podium en bij je publiek. En voor je publiek geeft het de gelegenheid om te wennen aan jou. Zij zullen het feit dat je nog even niets zegt ervaren als vernieuwend, eigenwijs of afwijkend van veel van wat zij eerder hebben ervaren.

Succes en Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Eenvoud maakt krachtig

Eenvoudig spreken is niet iedereen gegeven, maar wel te leren. Wat niet eenvoudig gezegd kan worden is ingewikkeld gedacht. Ofwel, hoe ingewikkelder je woordkeuze, hoe minder mensen je kunnen volgen. Het gebruik van door iedereen begrijpelijke woorden maakt je extraordinary, zoals de Engelsen zeggen: extra gewoon of buitengewoon. Dit is helemaal het geval als je ingewikkelde materie in heldere bewoordingen kunt overbrengen.

Lezen of voorlezen
Het komt nogal eens voor dat sprekers hun tekst geheel uitschrijven en dit dan gaan voordragen. Het effect is dan dat je schrijftaal gaat spreken. Het is namelijk niet iedereen gegeven om in spreektaal te schrijven. Wat er gebeurt bij geheel uitgeschreven speech is de vorming van (te) lange zinnen en dat is bij spreken niet handig. Dan heb ik nog niet eens benoemd dat voorlezen geen speech is. Zie ook mijn Tip 2 over voorbereiding. Zo kan een lezing makkelijk een voorlezing worden en dat is net iets anders dan spreken in het openbaar.

Kijk eens naar de praatprogramma’s op TV en merk het verschil tussen de mensen met ingewikkelde woorden en mensen die het extra-gewoon houden. Waar gaat je voorkeur naar uit? Wie is volgens jou het meest charismatisch.

Bekende sprekers
Waarom zijn wetenschappers als Erik Scherder, Robert Dijkgraaf en Roos Vonk zo populair? Ze brengen ingewikkelde zaken op een voor bijna iedereen begrijpelijke manier naar voren. Ze gebruiken geen dure woorden waar het ook gewoon kan. Ze gebruiken in hun speeches geen lange zinnen. Dat alles maakt ze, naast hun onderwerpen, tot goede sprekers.

En wat de een kan, kan de ander leren. Dat hoeft niet in één dag, je hebt je rijbewijs ook niet in één dag geleerd. Neem er gerust wat tijd voor, oefen regelmatig in de praktijk en grijp dus elke kans aan om voor een groep te staan.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Blijf ademen

Ademen. Ik heb er vast weleens over geschreven, maar waarschijnlijk slechts zijdelings. Laten we er maar eens wat dieper op ingaan dus.
Het lijkt zo simpel en we letten er vaak niet op, maar op een spannend moment kun je zomaar even stoppen met ademhalen. En spreken in het openbaar is voor veel mensen zo’n spannend moment. Ademen kun je op verschillende manieren doen: borstademhaling en buikademhaling. Ik hoef je vast niet te vertellen dat borstademhaling oppervlakkiger (hoger) is dan een buikademhaling. Maar, ga er eens op letten. Hoe adem je meestal in het dagelijks leven? Is het borst, ga dan eens na of je je daar wel rustig bij voelt. Ervaar eens hoe het voelt om naar je buik te ademen. En merk dan op dat buikademhaling je veel minder energie kost dan borstademhaling.

Je heb bij buikademhaling gewoon minder spieren nodig, dus kost het minder energie. Bovendien, en hier is de belangrijkste link met spreken in het openbaar, je wordt er rustiger van. Een van de valkuilen voor mensen met (grote of kleine) angst voor spreken in het openbaar is dat de ademhaling omhoog gaat en vaak sneller. En omdat ze van het podium af willen, gaan ze ook sneller praten….. waardoor je minder tijd hebt om adem te halen. Dat gaat jou natuurlijk niet (meer) gebeuren, want je leest nu dit artikel. 🙂

Tijdens de trainingen spreken in het openbaar met Speaking Circles komt ademen regelmatig ter sprake. Een van de oefeningen is nl. dat je voor je publiek staat, terwijl je alleen maar hoeft te ademen en je publiek aankijken…. zónder te spreken. Je ervaart dan ongetwijfeld je ademhaling (hoog/laag, snel/langzaam). Maar ook wanneer je wel spreekt is een rustige buikademhaling bevrijdend: je spreekt automatisch langzamer (rustiger) met voldoende tijd om te ademen. Voor jou goed, maar ook voor je publiek. Je publiek kan je absoluut beter volgen, wanneer je zo rustig spreekt.

Maar er gebeurt meer. Ervaar eens wat er gebeurt, wanneer je zo voor publiek gaat staan: Het publiek is vaak nog wat onderling aan het praten. Jij gaat daar staan en je zegt (nog) niets. Je staat rustig te ademen én kijkt dié mensen aan die al direct voor jou beschikbaar zijn. Let dan eens op hoe snel de hele zaal stil wordt.

Je hebt invloed op je publiek, simpelweg omdat je daar als voorbeeld vóór staat. Ben je zelf druk dan heeft dat invloed op je publiek, dat ook makkelijker druk zal zijn. Op dezelfde manier zal je publiek ook rustiger en aandachtiger zijn, wanneer jij dat bent.
Adem in, adem uit. Durf je dit niet zonder oefening in de praktijk te brengen, kom dan ’n keer naar een Speaking Circle om te ervaren, dat het echt werkt.

Wat doe jij met je ademhaling? Neem je er de tijd voor?

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Spreken op een uitvaart

In reactie op een vraag hierover:

Sprekers op een uitvaart lezen vrijwel altijd hun speech voor vanaf papier. Er zijn uitzonderingen daarop en die heb ik meegemaakt en ook zelf veroorzaakt.

CandlesJe kunt een inhoudelijk prachtige speech voorbereiden, uitschrijven en ook schitterend voorlezen, maar het blijft voorlezen. De mensen in de zaal/aula zullen echter iets missen (zeker de mensen die jou (goed) kennen): Jouw bevlogenheid, authenticiteit en verbondenheid blijven veelal verborgen het voorlezen.

De vragensteller merkt terecht op: Het hoeft niet perfect, wel authentiek.

Daar wringt precies de schoen. De voorgelezen speech is feitelijk verleden tijd, de authenticiteit, bezieling etc. was er ongetwijfeld toen deze geschreven werd….. maar verdwijnt door het voorlezen. Wellicht is de gedachte als ik ’t maar goed voorlees, dan is ’t oké, maar dat is zonde van de energie die erin is gestoken. Bij voorlezen is de verbinding met de zaal meestal minimaal. En in die verbinding met de mensen in de zaal kun je nou precies je eigenheid kwijt. Met voorlezen doe je m.i. ook je publiek tekort.

Bij een speech, wellicht aan de hand van ’n paar steekwoorden (waar je vooraf dus wel over hebt nagedacht), die in het moment ontstaat – in contact met je publiek – is de kans groot dat de mensen aan je lippen hangen. Je eigenheid komt volledig tot z’n recht. Je bent authentiek, en – let wel – het hoeft niet perfect. Een beetje krom maar wel recht uit je hart raakt beslist je publiek. Iedereen in je publiek begrijpt dat je daar, met je emoties, niet op je gemakkelijkst staat.

De hamvraag van de vragensteller: hoe doe je dat?

  1. Je hebt er vooraf je gedachten over laten gaan en maximaal enkele steekwoorden opgeschreven (klein briefje of kaartje). Geen hele verhalen, alleen steekwoorden!
  2. Wanneer je daar eenmaal staat, kijk je iemand aan (bijvoorbeeld iemand die je goed kent) en je bent nog even stil, een of twee ademhalingen lang.
  3. Spreek altijd tegen één persoon tegelijk, die je aankijkt….. alsof je een één-op-één gesprek hebt. En zo wissel je op je gemak van de ene gesprekspartner naar de volgende. Je hebt als het ware een serie een op een gesprekken, waarin jij aan het woord bent.

Is er moed voor nodig? Ja
Moed is niet de afwezigheid van angst, maar de angst accepteren als gegeven en het toch doen.

Is het bevredigend na afloop? Ja, zeker weten.

Is het makkelijk te leren? Ja, absoluut.
Wat de een kan, kan de ander leren. Als ik het met al mijn angst kon leren, dan kun jij het ook leren.

Kost dat veel tijd? Valt mee.
Voor de een is een avond of een dag voldoende. Voor de ander wellicht meerdere dagen. Dit komt simpelweg omdat we allemaal onze eigen tempo en manier hebben om iets nieuws eigen te maken.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Plaatjes, Dia’s, Video’s

De vraag die me gesteld is, gaat over de verhouding tussen plaatjes, dia’s, video of filmpjes (hulpmiddel) en spreken in het openbaar. Hoe zou ik dat inzetten als ondersteunend materiaal bij ’n presentatie?
PowerpointDie vraag is lekker actueel want volgende maand geef ik een presentatie in Toulouse, waar we met Speaking Circle collega’s bij elkaar komen. Het gaat over de Logische niveau’s van Bateson en als je dat artikel leest, begrijp je dat er ’n plaatje bij die lezing moet komen.

Over Powerpoint heb ik eerder geschreven en ter aanvulling is het de moeite waard om dát artikel ook nog even te lezen. In het algemeen zou ik zeggen dat een hulpmiddel een duidelijke functie moet hebben. Voor je publiek, wel te verstaan. Als het nl. uitsluitend een hulpmiddel voor jezelf is, dan kun je beter iets anders bedenken. Een spiekbriefje of kaartje bijvoorbeeld. Jij staat in het middelpunt van de belangstelling en dat moet je je niet laten afpakken door zo’n hulpmiddel. Elk hulpmiddel brengt het risico met zich mee, dat jij er (ook) naar gaat kijken en op zo’n moment heb je geen verbinding meer met je publiek. Het is m.i. van belang om zoveel mogelijk de verbinding met je publiek te handhaven. Het klinkt misschien overdreven, maar ik heb het meermalen meegemaakt (ook recent nog), dat degene op het podium voor een groot publiek stond voor te lezen wat er op het scherm stond. Hij stond dus ook nog met z’n rug naar het publiek.

Beeldmateriaal met (veel) tekst kan ’n behoorlijk probleem zijn. Wanneer je publiek dat aan het lezen is en jij gelijktijdig aan het spreken, staat je verbinding met je publiek op ’n laag pitje. Het plaatje bij dit artikel laat zien waarmee je een presentatie stevig kunt verpesten. Daar komt bij dat lezen en luisteren niet samengaan. Op z’n best komt slechts een van de twee over en op z’n slechtst helemaal niets. Dus: Zo min mogelijk tekst. De tekst is voor jou: jij bent degene die z’n verhaal doet. Een plaatje, cartoon, foto, e.d. kan natuurlijk veelzeggend zijn. Haal ’t dan wel weer weg, zodra die functie vervuld is. Dan komen de mensen met hun aandacht ook weer terug bij jou. Wanneer je bijvoorbeeld ’n stukje video laat zien (omdat dat nu eenmaal bij jouw specifieke presentatie heel nuttig is), praat er dan in ieder geval niet doorheen. Jij stopt even en de video neemt het middelpunt van de belangstelling over. Zodra de video is afgelopen zet je die apparatuur weer uit of je zorgt er in ieder geval voor dat er geen lichtbeeld meer achter blijft.

Apparatuur, hoe geavanceerd ook, heeft de neiging om uit te vallen. Als je jouw presentatie eraan hebt opgehangen, dan heb je in zo’n geval ’n pittig probleem. Anders is het met de inmiddels misschien ouderwetse Flipover. Die heeft geen elektra nodig en alleen ’n paar stiften. Je kunt ’n tekening of schema ook al vooraf erop hebben gezet.

Mijn conclusie:
Zorg dat je zo min mogelijk (of liever géén) hulpmiddelen nodig hebt. Heb je wel ’n hulpmiddel, zorg er dan voor dat je presentatie ook door kan gaan, als het uitvalt.

Veel succes en hartelijke groet,
Stef de Beurs

Zekerheid

ZekerheidNadat we geboren zijn is de enige zekerheid in het leven dat we ooit weer dood zullen gaan. Bij spreken in het openbaar heb je ook maar één zekerheid: Zodra je het podium op gaat heb je nog één zekerheid: je loopt er ook weer ’n keer af. En in die tussentijd heb je je ding te doen. Met of zonder voorbereiding. Met of zonder apparatuur.

Over voorbereiding en apparatuur heb ik al eerder geschreven. Voor zover ik dat daar niet heb geschreven: Voorbereiding en/of het gebruik van apparatuur zal je niet méér zekerheid geven dan zonder die twee. T.a.v. voorbereiding heb ik vast al geschreven dat minder juist meer is. De totale voorbereiding, in de vorm van een uitgeschreven speech, geeft je juist minder zekerheid. De kans dat je ervan zult afwijken is behoorlijk groot. Eén vraag tussendoor kan zo’n minutieuze voorbereiding al in de war gooien. Lees dus even in ’n eerder blog over voorbereiding. Minder voorbereiding geeft je wel meer vrijheid om je ding te doen. Misschien is de betere tegenhanger van zekerheid in deze context wel vrijheid in plaats van onzekerheid.

Als je apparatuur denkt te gebruiken om meer zekerheid te generen, kun je behoorlijk bedrogen uitkomen. Naast de mogelijkheid dat die apparatuur faalt (meer onzekerheid dus), creëer je er een onzekerheid bij: je moet die apparatuur bedienen, terwijl je je verhaal doet. Dat kan je nog aardig afleiden van je speech.

De enige zekerheid, voor zover je dat zo kunt noemen, kun je m.i. halen uit Relational Presence, ofwel aanwezig zijn met één persoon tegelijk. (Zie ook in de onderwerpen hiernaast.) En dat is iets dat we kennen, want dat doen we vaker.

Afgelopen week sprak ik een IT specialist die werkt in de controle van de financiële sector. Hij vertelde dat we voor allerlei dingen die we doen en meemaken, patronen hebben. We gaan naar de bakker, bestellen een brood, betalen, zeggen gedag en gaan weer. Een heel bekend patroon. Als we dingen meemaken, waar we geen patroon voor hebben, dan worden we onzeker en weten we niet hoe we ons moeten gedragen.

Bij spreken in het openbaar kun je van dit gegeven gebruik van maken door jezelf een patroon eigen te maken: Zo zou je Relational Presence ook kunnen noemen, een patroon. Wil je meer weten over Ralational Presence, klik er dan even op in de onderwerpenlijst hiernaast.

Dan nu een vraag aan jou: wat doe jij om je zekerder te voelen bij spreken in het openbaar? Laat ’t hier weten.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Spontaan en vers

Zorg ervoor dat je speech ter plekke ontstaat. Spontaan en vers. Hoe je je voorbereiding ook doet, als je speech ter plekke ontstaat, dan is het voor je publiek duidelijk dat de speech nieuw en uniek is. Ook al heb je de speech vaker gegeven, het ontstaat elke keer opnieuw. Dat maakt het voor je publiek aantrekkelijk, maar ook voor jezelf. Het houd je levendig en alert. Bovendien is elk publiek anders en daar kun je dan makkelijker op inspelen.

Denk eraan dat er een behoorlijk verschil is tussen een lezing en een speech. Een lezing wil zeggen, dat iemand iets leest, vóórleest. Denk maar aan de troonrede: de koning leest voor wat het kabinet heeft bedacht en opgeschreven. Hij moet het dus goed kunnen voorlezen.

Daags voor de eerste troonrede van Willem-Alexander werd ik gebeld door een landelijke krant met de vraag of ik commentaar wilde geven op zijn troonrede. Op dát moment zou ik naar een belangrijke (lees emotionele) uitvaart gaan, dus sloeg ik de vraag direct af. Aan deel twee van de reden om het niet te doen kwam ik dus niet eens toe: waarom zou ik commentaar willen geven op de manier waarop hij iets – de troonrede – vóórleest. Dat is toch heel iets anders dan in het openbaar spreken, waarover mijn werk gaat.
Overigens vereist dat voorlezen ook wel voorbereiding hoor. Je moet je die tekst van iemand anders toch eerst goed “eigen” maken om het soepel te kunnen voordragen. Groot nadeel van dat voorlezen is dat er vrijwel geen verbinding is met je publiek. De kans dat je publiek er met de aandacht helemaal niet bij is, is om die reden erg groot.

Een speech ontstaat ter plekke, ook al is de inhoud je nog zo bekend. Je publiek is nieuw en vereist jouw persoonlijke aandacht die het verdient.

Wat doe jij met je speeches? Laat je ze vers ontstaan? Laat het weten in je reactie.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Wat moet ik toch met m’n handen?

HandenDeze vraag is zoveel gesteld, dat ik er weer eens iets over schrijf. Iedereen heeft er wel ’n mening over, ik ook. Wat je er ook mee doet, er is altijd wel iemand die er een conclusie aan kan verbinden. Bijvoorbeeld: Doe je je armen over elkaar, dan lijkt het of je je afsluit. Houd je ze op je rug dan kom je wellicht belerend over. Etcetera.

Hoe zou het zijn als je er niets mee doet? Of je doet ermee wat helemaal bij jou past, wat bijdraagt aan jezelf zijn?  Ik ken iemand die regelmatig met zijn handen in de zakken staat, wat vaak wordt afgeraden. Maar, bij hem past het helemaal, dus waarom niet.

In het algemeen kun je wellicht stellen: als je je armen gewoon langs je lichaam laat hangen, dan zijn je armen en handen altijd direct beschikbaar zijn als je ze nodig hebt. De kans is heel groot dat je je armen en handen vervolgens als vanzelf gaat gebruiken. Iets dat veel mensen bijvoorbeeld doen om hun verhaal kracht bij te zetten.

In het kort: Als je er niet over nadenkt en geen aandacht aan geeft, komt ’t vanzelf goed.

Wat doe jij met je handen? 

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Als ik maar niet……

nervousOok als je je niet op je gemak voelt om voor een groep te staan, moet je het soms gewoon doen. En wat zich in jouw gedachten afspeelt is van belang op hoe je je (vooraf en tijdens) voelt. Lichaam en geest zijn een eenheid en zij beïnvloeden elkaar over en weer. Eerder heb ik geschreven over lichaamshoudingen, waarmee je je geest kunt beïnvloeden. Omgekeerd kun je met je geest en je denken ook je lichaam beïnvloeden.

Je gedachten kunnen uitgaan naar bijvoorbeeld “als ze maar niet zien dat ik zenuwachtig ben”, “als ik maar niet ga stotteren”, “als ik (straks) nog maar weet wat ik allemaal moet zeggen”, “als ik maar niet ga zweten”, en vul de mogelijkheden maar in. Dat zijn natuurlijk niet allemaal behulpzame gedachten. De gedachten met het woordje niet erin hebben nog ’n extra onhandige lading: dit soort gedachten die in je onbewuste terecht komen, slaan het woordje niet gewoon over, omdat het onbewuste dat woord niet kent.

Lekker is dat, hè. Dus bijvoorbeeld “als ik maar niet ga zweten”, vertaalt je onbewuste in “als ik maar ga zweten”. Daarmee krijgt je onbewuste niet de boodschap die je er graag in wilt hebben. Het is dus handig om andere en meer behulpzame gedachten te hebben.

Bijvoorbeeld:
– ik weet wat ik te vertellen heb
– ik voel me vrij en open
– ik presenteer met plezier
– ik ben vol zelfvertrouwen
– ik kan alles bereiken wat ik wil
– ik ben rustig en geduldig
– ik ben in balans
– ik ben succesvol
– Ik ben veilig,      én
– wat iemand ook zegt of doet, ik voel me goed.

Dan nog iets anders: Je gedachten over wat je publiek allemaal kan zien en vinden kan je ook parten spelen in dit verband. Daarbij is het goed om je eens te beseffen, dat het grootste deel van jouw publiek blij is dat jij daar staat en zij juist niet. Het gevolg is dat zij (al dan niet bewust) ondersteunend voor je zijn.

Tot slot moet weten dat veel van jouw ongemakken onzichtbaar zijn voor je publiek. Ik heb bijvoorbeeld nog nooit knikkende knieën gezien of het zweet op iemands rug. En de figuurlijke knoop in je maag is ook echt niet zichtbaar. Het heeft dus geen zin om je daar druk om te maken. Laat het los.

Vraag aan jou: Wat is jouw meest behulpzame boodschap aan jezelf?
Reageer hieronder en laat ’t me weten.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Ankeren

AnkerOm inspiratie op te doen voor dit artikel, keek ik eens in mijn archief. Daar kwam ik een artikel tegen, dat ik in 1997 schreef over Belastingen en Ankeren. Een anker is een uniek signaal dat bij herhaling telkens dezelfde staat (stemming) oproept. De relatie met Belastingen kwam voort uit de blauwe enveloppen. Wist je dat de Belastingdienst het monopolie heeft op die specifieke kleur blauw? Als een enveloppe in die kleur op de mat valt, roept dat bij de meeste mensen een specifieke stemming op. De kleur werkt als een anker. Krijg je ieder jaar belasting terug, dan roept dat natuurlijk een goede stemming op. Moet je altijd betalen, dan roept die kleur ongetwijfeld een andere stemming bij je op.

Op vergelijkbare manier roept het vooruitzicht op een presentatie bij veel mensen een bepaalde stemming op. Als die stemming je ondersteunt is dat natuurlijk prima. Ondersteunt die stemming je niet, ga dan op zoek naar een betere.Ankeren

Naast specifieke ondersteunende lichaamshoudingen, waarover ik eerder schreef, kun je ankers ook als ondersteuning gebruiken bij spreken in het openbaar.

Neem de tijd om een herinnering op te roepen, waarin je bijzonder goed in je vel zat en heel krachtig was. Je kon de hele wereld aan. Die herinnering hoeft helemaal niets met spreken in het openbaar te maken te hebben, beter van niet zelfs. Tenzij je daar ’n heel goede herinnering over hebt. Het kan van alles zijn. Je hebt bijvoorbeeld een diploma gehaald en je was er trots op en voelde je super. Zelfs het behalen van je zwemdiploma kan een goede zijn, als je die situatie nog levendig kunt oproepen. Of je hebt een belangrijke wedstrijd gewonnen.

Ga dan helemaal op in die herinnering, alsof je weer in die gebeurtenis bent. Voel, hoor en zie weer alles van toen……. En maak het nog mooier, krachtiger. Dán, op het hoogtepunt van je herinnering (zie plaatje) vuur je het anker af: Dat kan door een specifiek woord tegen jezelf te zeggen. Maar je kunt bijvoorbeeld ook de toppen van je duim en wijsvinger krachtig op elkaar te duwen. Of je gebruikt een ander specifiek signaal, dat alleen jij op jezelf kunt loslaten.

Je kunt dit ’n paar keer herhalen en je kunt dit ook doen met verschillende fantastische herinneringen. Je gebruikt daarmee wel telkens hetzelfde anker. Daarmee stapel je de goede ervaringen als het ware op elkaar.

Gebruik vervolgens het anker, als je stemming in het vooruitzicht van een presentie in mineur is. Dat is al ’n mooie test. Maar je kunt het anker ook gebruiken, op het moment dat je voor een groep gáát staan.

Reageren? Doen natuurlijk.

Hartelijke groet,
Stef

Afvallen… aankomen… afvallen… aankomen… afvallen

iStock_000001667800LargeAls je dit leest, denk je wellicht: huh, die Stef hoeft toch niet af te vallen. Dat klopt, maar ik kom de problematiek in mijn omgeving wel tegen én ik heb er ook ideeën over. Bovendien heb ik iemand beloofd om over die ideeën ’n keer iets te schrijven, bij deze dus. Hoe past dit nu in het plaatje van mijn werk mb.t. communicatie? Simpel: communicatie met jezelf is ook communicatie en dát is precies waar ik me op wil richten in dit artikel.

Voor alle tips in de sfeer van diëten, sportactiviteiten, en dergelijke kun je werkelijk overal terecht. Sonja Bakker vliegt je bij LIDL om de oren en ook de andere boeken zijn niet aan te slepen. Aan de ene kant van de straat moet je zijn om af te vallen, terwijl je aan de andere kant van de straat de kilo’s er weer bij kunt eten. En zo kun je het hele jaar door de straat heen en weer lopen met je gewicht.

Let wel, ik ga je niet vertellen dat je kunt afvallen door op de bank te hangen met snacks. Natuurlijk is sporten goed voor je, ongeacht of je ervan afvalt of niet. En gezond eten is natuurlijk ook geweldig, alleen in de vorm van dieet krijgt het ’n tijdelijk karakter, want je wilt niet levenslang op ’n dieet, toch. En daarnaast: wat voor de een supergezond is kan vergif zijn voor de ander.

Ik wil het geheel van de kilo’s en afvallen eens van een andere kant benaderen. We hebben nl. een flinke overcapaciteit aan onbenutte hersencellen tot onze beschikking: het onbewuste. Probeer maar eens  te fietsen, terwijl je je volledig bewust bent van élke beweging die daarvoor nodig is. Je komt ongetwijfeld geen meter vooruit.

Heb je weleens ’n mammoettanker gezien? In verhouding tot de onvoorstelbare lengte van zo’n schip zit er achterop ’n klein stuurhuis, waarvandaan het gevaarte bestuurd wordt. Stel je dan voor dat ons bewuste dat stuurhuis is en ons onbewuste het hele schip (en groter). Hoe zou ’t zijn als we dáár gebruik van kunnen maken bij afvallen, ofwel gewichtsbeheersing. Het onbewuste kan én weet véél meer dan we denken, ook als het gaat om gewichtsbeheersing, voeding, beweging en dergelijke. Het is dus zaak om met behulp van het stuurhuis (bewuste) de mammoettanker (onbewuste) een andere koers te laten varen. Geen dieet maar andere eetgewoonten, bijvoorbeeld.

In beginsel komt afvallen neer op iets kwijt willen waar je niet op gesteld bent. Dus ik stel voor om dat eens om te keren. Begin met jezelf te accepteren zoals je bent. Hoe? Bijvoorbeeld door je onbewuste regelmatig te voeden met de (affirmatie) uitspraak ik accepteer mezelf zoals ik ben. Voor meer informatie over affirmaties klik hier.

Ga daarna vaststellen hoeveel je in je nieuwe situatie wilt wegen en bepaal dat vooral realistisch. Stel daar dan ook een zeer realistische termijn of datum voor vast. Dan heb je een specifiek doel. Dat helpt want je komt bijvoorbeeld makkelijker en sneller in Parijs als je weet wanneer je dáár wilt zijn. Je volgende affirmatie kan dus bijvoorbeeld zijn: op 1 juli 2015 weeg ik xx kilo.

Met behulp van de tijdlijn (Time Line) zou je dit nog effectiever kunnen doen (door jouw doel(en) op je toekomst-tijdlijn te installeren), maar daar heb je wel iemand bij nodig. Time Line is een onderdeel van NLP. Mocht je zoiets willen doen, dan kun je bij mij in Amsterdam of Hoorn terecht. Ongetwijfeld kun je ook hier een collega vinden.

Succes en Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Mieren en hersencellen

Tijdens onze vakantie werd ik geïnspireerd door het gedrag van mieren voor onze tent in Zuid-Frankrijk.

Een stukje brood van ongeveer een kubieke centimeter werd in ’n uur tijd volledig afgebroken en het nest binnengesleept, vaak in stukken groter dat ze zelf zijn.
Nu is het zo dat één enkele mier absoluut geen indrukwekkende prestatie levert, behalve het feit dat hij grotere objecten en gewichten kan tillen dan zichzelf. Dat is dan weer wél een prestatie van formaat. Maar zet eens ’n paar duizend (of miljoen) mieren bij elkaar en er ontstaat een intelligent systeem van samenwerking en communicatie, zonder dat er eentje de leiding neemt.

Een vergelijking met onze hersencellen is zo gek nog niet: Eén hersencel maakt geen deuk in ’n pakje boter en is redelijk dom. Neem nu eens 86 miljard hersencellen samen (gemiddelde mens) en stop ze in een een schedel, dan heb je toch ’n zekere mate van intelligentie. Ze communiceren met elkaar middels boodschapperstofjes en zo kunnen we met het geheel van al die cellen samen keuzes maken, boodschappen doen, elkaar herkennen, beslissingen nemen en zelfs nadenken.

En bij die laatste complexe mogelijkheid – nadenken – wil ik even stilstaan in relatie tot spreken in het openbaar. Stel, je staat voor een groep en je wilt dat je publiek aan je lippen hangt, dat je verbinding met je publiek hebt. Toch? Dan is het zaak om zo min mogelijk of niet na te denken. Nadenken haalt je uit de verbinding met je publiek én uit de flow van je verhaal. Maar ja, dat is even makkelijk gezegd. Het is belangrijk om te ervaren dat je zonder nadenken zinnige dingen kunt zeggen. Natuurlijk is het wennen in het begin, net als fietsen in het begin oefenen en wennen is. Het is ook een kwestie van erop leren vertrouwen dat je verhaal er soepel uitkomt, wanneer je niet nadenkt. Kortom, bij spreken in het openbaar kunnen we wel met wat minder hersencellen toe.

Wat is jouw persoonlijk ervaring met nadenken, wanneer je voor een groep staat?
Laat je reactie hier achter.

Hartelijke groet,
Stef

7 tips voor meer Zelfcompassie

ZelfcompassieOver het algemeen genomen zijn we tegen niemand zo streng als tegen onszelf. Natuurlijk merken we het effect daarvan ook wanneer we in het openbaar moeten (gaan) spreken. Want streng zijn tegenover onszelf wil ook zeggen dat we de lat hoog leggen. Ga eens op de lat zitten, las ik ’n tijdje geleden ergens. Kon je al direct fietsen toen je het voor het eerst probeerde? Heb je je rijbewijs in één les gehaald?

Kortom, met meer zelfcompassie heb je minder sociale stress.  Dit bleek ook uit onderzoek in Amerika, waarover geschreven wordt in Psychologie Magazine van Juni 2014.

Tijd dus voor 7 tips voor meer zelfcompassie:

1. Erken dat imperfectie soms onvermijdelijk is. Het leven verloopt lang niet altijd precies zoals wij willen. En dat zegt niets over ons. In het Boeddhisme zegt men: Er is lijden. (let op die punt)

2. We zijn niet beneden- of bovengemiddeld. We zijn zoals de meeste mensen en net als de meeste mensen hebben ook wij kwetsbaarheden en zwakke plekken. Erken dat en laat toe dat het zo is.

3. Natuurlijk hebben we af en toe (of regelmatig) negatieve gedachten. Veroordeel die gedachten niet, accepteer dat ze er zijn en klaar. (let weer op die punt)

4. Geef je niet over aan zelfmedelijden, want dat heeft met zelfcompassie niets te maken.

5. Kijk je regelmatig naar dingen die je niet bevallen aan jezelf, ga dan eens ’n dag uitsluitend met waardering kijken naar jezelf.

6. Als je jezelf op je kop geeft, bedenk dan de volgende keer (keren) direct erbij: Hoe zou je door anderen behandeld willen worden (t.a.v. dit onderwerp)?

7. Wil je weten hoe je ervoor staat m.b.t. jouw zelfcompassie, doe dan eens de test op de site van Roos Vonk, klik hier. Ook de vragen die daarin gesteld worden, kunnen je al aan het denken zetten voor verbetering.

Hoe hoog leg jij de lat voor jezelf? Laat ’t hier weten in je reactie.

Hartelijke groet,
Stef

Waardering

WaarderingBij Speaking Circles hebben we het vaak over waardering. Nu heb ik ’n paar andere mogelijkheden met waardering waar je je voordeel mee kunt doen.
De eerste kun je elke dag gebruiken in allerlei situaties en geeft je simpelweg ’n prettig gevoel.
Kijk om je heen en focus je blik op iets moois of plezierigs dat je ziet. Bedenk hoe prachtig, fijn en nuttig het is. Richt je aandacht er langer op en laat je positieve gevoel krachtiger worden. Ga dan verder naar een ander onderwerp dat je kunt waarderen. Kies onderwerpen die makkelijk te waarderen zijn, zodat je er niet hard voor hoeft te werken. Het wordt nog krachtiger wanneer je de plezierige en waarderende gedachten ook opschrijft.
Als je hieraan gewend raakt kun je het overal toepassen: Je staat stil voor een verkeerslicht. Je bent op ’n andere manier aan het wachten, op de trein of bus, op een afspraak, etc.
Wat levert het je op? Zo’n staat van waardering is bevorderlijk voor het creëren van wat je wilt.
De tweede kan je o.a. een salarisverhoging opleveren, gesteld dat je een baan hebt:
Neem ’n schriftje en schrijf er élke dag aan het eind van de dag 5 dingen in die je die dag goed of uitstekend hebt gedaan. Schrijf ’t zo kort en kernachtig mogelijk op. Na verloop van tijd heb je een schat aan waardevolle informatie over jezelf. Selecteer dan eens 5 of 7 dingen uit die lijst die heel vaak voorkomen en je hebt sterkte argumenten bij een volgend salarisgesprek of functioneringsgesprek.  Daarnaast is zo’n schriftje/lijst natuurlijk altijd goed voor het vertrouwen in jezelf.

Heb jij ook ’n leuk idee om met waardering te werken, laat ’t me hier in een reactie weten.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Gehoord worden begint met Luisteren

LuisterenLuisteren wordt vaak als vanzelfsprekend beschouwd. Sterker nog, er wordt zelfs niet vaak over gesproken. Waar wij mensen nogal makkelijk tegenaan lopen is, dat onze aandacht snel verslapt, als we aan het luisteren zijn. Iemand vertelt ons iets en terwijl we (denken dat we) luisteren gaan onze gedachten al op de loop met het verhaal. Onze eigen interpretaties van hetgeen verteld wordt gaan bijvoorbeeld een belangrijker rol spelen. Al doende kunnen we al snel toe zijn aan de behoefte om die eigen interpretaties – onze eigen verhalen – te gaan vertellen……..terwijl de spreker van dat moment nog niet klaar is met zijn verhaal. Ondertussen hebben wij ’n mogelijk belangrijk deel gemist. Deze vorm van luisteren noem ik wel eens wachten, nl. wachten tot we zelf het woord kunnen nemen. Wel heel begrijpelijk, maar ook erg jammer. Want het doet geen recht aan diegene waarnaar we op dat moment niet volledig hebben geluisterd.

De grootste uitdaging is dus onze aandacht te richten op waar we mee bezig zijn – luisteren – met opmerkzaamheid en concentratie. Dit betekent dat we bij luisteren proberen onze eigen gedachten aan de kant te zetten, zodat we ons volledig kunnen richten op de spreker van dat moment. Krachtige en effectieve communicatie begint met vol aandacht luisteren.

Een heel inspirerend boek over luisteren is “De kracht van Luisteren” * van Larry Barker en Kittie Watson. De Nederlandse editie dateert uit 2001, maar is nog steeds actueel. Zij hebben voor hun boek veel onderzoek gedaan en daaruit is o.a. een TopTien voortgekomen over irritante luistergewoonten, die ik gezien het bovenstaande met je wil delen:

Toptien van irritante luistergewoonten:
1.      De spreker in de rede vallen.
2.      De spreker niet aankijken.
3.      De spreker opjagen en hem het gevoel geven dat hij de tijd van de luisteraar verspilt.
4.      Belangstelling tonen voor iets anders dan het gesprek.
5.      Vooruitlopen op de spreker en diens gedachten afmaken.
6.      Niet reageren op verzoeken van de spreker.
7.      “Ja maar…..” zeggen, alsof de luisteraar al besloten heeft wat hij denkt.
(Ja maar is hetzelfde als nee, een ontkenning)
8.      Het verhaal van de spreker overtreffen (overnemen) met “Dat doet me denken aan die keer…….” of  “Dat is nog niks, moet je horen toen…..”
9.      Vergeten wat eerder besproken was.
10.    Te veel vragen stellen over details.

Hiermee wil ik je inspireren om je eigen luistervaardigheden eens onder de loep te nemen. Niet alleen kom je meer aan de weet, als je vollediger luistert. Je deelt ook cadeautjes uit aan de mensen waarnaar je luistert. Voor eventuele bezwaren als “ja maar, anderen moeten ook naar mij luisteren”, wil ik afsluiten met een waarheidsgetrouwe spreuk:

Naar degene die het beste luistert wordt meestal het beste geluisterd.

* Voor de liefhebber: van dit boek heb ik enkele exemplaren (2e hands) weten te bemachtigen. Wil je er een kopen, neem dan even contact op.

Ik nodig je van harte uit om een reactie te plaatsen.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

7 tips voor een lekkere presentatie

Nadat ik voor de zomer het seizoen ben uitgestapt met 7 tips om je presentatie te verpesten, zal ik nu het nieuwe seizoen beginnen met 7 tips voor een lekkere presentatie. Natuurlijk is zo’n lijstje nooit compleet en ook over het aantal kan men van mening verschillen. Na de eerste tip is zelfs de volgorde willekeurig.

1. Zorg dat je verbinding met je publiek hebt.
Neem de tijd om er als het ware een één-op-één gesprek van te maken met telkens één persoon tegelijk in je publiek, ook al zegt die persoon natuurlijk niets terug. Kijk die persoon aan terwijl je spreekt, zodat je woorden niet in het luchtledige of op de grond vallen, maar echt áánkomen bij iemand.

2. Zorg dat je speech levendig is, dus ter plekke ontstaat.
Natuurlijk is ’t handig om enige voorbereiding te doen en te beoordelen waarover je speech gaat. Je kunt dan ’n lijstje met steekwoorden maken. Maar ook (of misschien wel júist) als er geen voorbereiding mogelijk is kun je prima een speech houden, die ter plekke ontstaat. Wees gewoon jezelf!

3. Neem de tijd en praat rustig, dan kunnen de meeste mensen je volgen en heb je ook voldoende tijd om adem te halen.

4. Hanteer eenvoudige taal zonder ingewikkelde woorden, des te meer mensen kunnen je volgen. Wat niet eenvoudig gezegd kan worden is ingewikkeld gedacht.

5. Gebruik zo min mogelijk of geen apparatuur, zoals powerpoint en dergelijke.
Je bent dan op jezelf aangewezen en ook niet afhankelijk van het wel of niet functioneren van dergelijke apparatuur. Bovendien, het publiek komt voor jou en niet voor ’n aantal plaatjes.

6. Een open deur: Volg eens ’n training of cursus.
Heb je je rijbewijs gehaald zonder rijles en oefening? Nee toch. Waarom zou je dat dan wel verlangen van jezelf bij spreken in het openbaar?

7. Gebruik elke gelegenheid om te oefenen, hoe onbeduidend ook.

Meer tips? Klik hiernaast bij onderwerpen op tips en er komt vast nog meer tevoorschijn.

Heb je zelf tips, die voor jou goed hebben gewerkt, laat ze weten door te reageren op dit artikel.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

7 tips om je presentatie te verpesten

Slechte presentatiesNatuurlijk is deze opsomming niet compleet en ook de volgorde ligt niet vast. Het zijn gewoon veel voorkomende fouten die worden gemaakt, waarmee je een presentatie of speech effectief om zeep  helpt en ik wil je hiermee prikkelen om erover na te denken.
Laat s.v.p. je reactie achter en/of geef nog meer tips om een presentatie te verprutsen.

1. Gebrek aan contact met je publiek:
Deze staat overigens niet voor niets op één. Er zijn mensen die over de hoofden van hun publiek heen kijken, waardoor ze natuurlijk geen contact met hun publiek hebben. Het komt helaas ook regelmatig voor dat mensen naar hun eigen powerpoint aan het kijken zijn terwijl ze praten. Een snelle manier dus om je publiek aan een slaapje te helpen.

2. Voorlezen:
Het gebeurt echt, hoor, dat mensen hun speech voorlezen. Dat is dan ook feitelijk een lezing en soms het gevolg van teveel voorbereiding, nl. een speech uitschrijven vooraf. Je weet dan zeker dat je geen contact hebt met het publiek.

3. Slechte techniek:
Als je jezelf volledig afhankelijk maakt van de techniek, zoals powerpoint en dergelijke, dan kun je lelijk in problemen komen als die techniek faalt of zelfs geheel uitvalt. Door dat simpele feit kun je je presentatie uiterst effectief om zeep helpen.

4. Veel tekst op powerpoint:
Als je dan toch powerpoint wilt of moet gebruiken, zet er dan zoveel mogelijk tekst op. Dan weet je dat je publiek dat gaat lezen en kun jij koffie gaan drinken. Veelal gaat lezen niet samen met luisteren, dus dit is een prima manier om te zorgen dat het publiek niet aan je lippen hangt om te luisteren naar wat je te vertellen hebt.

5. Snel praten:
Dit is een effectieve manier, al dan niet gecombineerd met een van de andere tips, om je publiek te hypnotiseren tot het in slaap is gevallen. Vaak komt het doordat je teveel in de beschikbare tijd wilt vertellen, waardoor je gaat ratelen. Prop zoveel mogelijk tekst in je presentatie dus.

6. Stopwoorden:
Gebruik zoveel mogelijk stopwoorden om er zeker van te zijn dat je publiek zich aan je gaat ergeren, een beproefde manier om zure gezichten te zien.

7. Gebruik ingewikkelde woorden:
Gebruik zoveel mogelijk ingewikkelde woorden, zodat je publiek binnen de kortste keren niet meer weet waar je het over hebt. Je toehoorders haken dan vanzelf af, zodat jij ook af kunt gaan. Wat niet eenvoudig gezegd kan worden is ingewikkeld gedacht.

Heb je nog meer tips? Laat een reactie achter.
Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Die éne herinnering

HerinneringDie éne herinnering uit de workshop terughalen en gebruiken voordat je het podium op gaat. Neem voordat je het podium op gaat even kort de tijd. Ga als ’t kan even zitten en doe je ogen dicht. Ga in je gedachten terug naar die laatste keer, waarin je zo’n fantastische ervaring had voor een groep, tijdens een workshop of elders. Zie wat je toen zag, full color. Hoor wat je toen hoorde, in alle toonaarden. Kun je de waardering nog horen, die je kreeg? Ook al weet je de woorden niet meer precies, je weet vast nog wel de strekking van de waardering. En ook, voel wat je toen voelde!! En laat al die elementen van beelden, gehoor en het geweldige gevoel samenkomen in die ene ervaring….. en merk op wat ’t met je doet. Krijg je een (innerlijke) glimlach? Adem een keer goed in en uit, open je ogen…… en doe je ding.
Succes!!
Hartelijke groet,
Stef

De draad van je verhaal.

Vrouw speechWat doe je als je de draad van je verhaal kwijt bent? Een veel voorkomende vraag tijdens de workshops. Er zijn natuurlijk verschillende manieren om de draad van je verhaal kwijt te raken. De invloed van je publiek door bijvoorbeeld vragen te stellen. Maar zelf kun je er ook de oorzaak van zijn, simpelweg door het ongemak bij het idee om de draad van je verhaal kwijt te raken. Waar je aandacht aan geeft, dat groeit. Dus als je (teveel) aandacht geeft aan dat idee, dan is de kans ook groter dát het zal gebeuren.

Als je niet graag onderbroken wordt voor een vraag, zeg dat dan ook vooraf. Vraag je publiek om hun vragen op te sparen en beloof dat er ruimte zal zijn voor vragen. Zorg daar dan ook voor, tussendoor of aan het eind.

Ook aan het ongemak bij de mogelijkheid dat je de draad van je verhaal kwijt raakt, kun je wat doen. Omarm het idee dat het zou kunnen gebeuren. Hoe erg kan ’t zijn? Je hoeft niet perfect te zijn, dat is je publiek ook niet. Als ’t toch gebeurt, wees even stil, blijf in contact met je publiek en als ’t je te lang duurt, zeg ’t en vraag dan gewoon waar je gebleven was. Er is namelijk altijd iemand die weet waar je gebleven bent.

Overigens ik ben er voorstander van om vooraf met je publiek af te spreken dat je niet onderbroken wordt voor vragen. Dergelijke onderbrekingen halen je namelijk uit de mogelijke Flow waar je graag in terecht wilt komen. Flow is een staat van optimale ervaring, waarin je helemaal opgaat in je bezigheden, terwijl je de tijd vergeet. De term flow is geïntroduceerd en beschreven door Mihaly Csikszentmihalyi. Flow geeft je een gevoel van inspiratie en voldaanheid en de behoefte aan meer van hetzelfde. Vergelijk Flow met een rivier, die blijft doorstromen. Daarbij ga ik er natuurlijk van uit dat je de materie, waar je speech over gaat, kent. Je hoeft niet alles bewust en paraat te hebben, maar met één steekwoord wel kunnen oproepen. Zie ook andere artikelen in de Blog over Flow en over voorbereiding.

Kortom, maak vooraf je wensen kenbaar én oefen je in het op je gemak zijn als je (even) zonder woorden voor ’n groep staat. Hoe oefen je dat dan? De eenvoudigste oefening staat beschreven in Tip 3 op dit Blog, kost niets en je hebt alleen ’n kookwekker en goede vriend(in) nodig. 

Laat s.v.p. je reactie achter.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

De context van spreken in het openbaar

Naar aanleiding van ‘n vraag van een lezer ga ik wat dieper in op context: De situatie waarin je communiceert bepaalt mogelijk hoe je je daarbij voelt en hoe je reageert. Misschien zelfs juist als je dat niet wilt.

Als je vooraf je héle verhaal hebt bedacht, loop je een ernstig risico dat het verhaal met jou aan de haal gaat. Daarbij maakt het niet uit of het nu gaat om een speech, vergadering of bijvoorbeeld ’n netwerkbijeenkomst. Het is namelijk niet makkelijk om in het nú te zijn, in verbinding met je publiek of gesprekspartner, én gelijktijdig het verhaal uit je hoofd tevoorschijn toveren. Dit is wellicht nog sterker het geval, als je er een belang bij hebt, zoals bij een verkooppraatje of een netwerkbijeenkomst met een voor jou vergelijkbaar doel. Dan ligt er namelijk ook druk op. Lees in dit verband ook tip 2 over voorbereiding.

Bedenk ook dat de ene netwerkbijeenkomst ’n heel andere uitwerking op je kan hebben dan de andere. Ben je bijvoorbeeld met ’n flinke groep gelijkgestemden bij elkaar om te leren, dan is ongetwijfeld de druk om te presteren of te scoren minder groot of zelfs niet aanwezig. Aan de andere kant kun je bij een zakelijke netwerkbijeenkomst veel eerder de druk ervaren om ’n opdracht binnen te halen of iets dergelijks. Het is goed om het onderscheid te herkennen, te erkennen én er dan iets mee te doen.

Verwacht je dergelijke druk, doe dan voor de verandering even ’n oefening kort vooraf op een plek waar je even alleen bent: Doe je ogen dicht en ga met je aandacht naar ’n plekje in jezelf waar je niets hoeft, waar je niets hoeft te presteren of bereiken en volkomen je rustige zelf kunt zijn. Zak daar even in en geniet van de rust die dat geeft. Als je dat hélemaal kunt ervaren, anker dat dan door bijvoorbeeld twee vingers te kruisen of iets dergelijks. Tijdens het evenement kun je die rust weer oproepen met dat anker.

Verder kun je je afvragen, wat netwerken voor jou betekent. Valt het voor jou onder ZIJN of onder DOEN. Hoewel het woord netwerken op het laatste, doen, lijkt te wijzen is het nog maar de vraag om welke actie het gaat. Is het dan spreken of luisteren en in welke verhouding. Je bent vast wel eens tijdens ’n netwerkbijeenkomst door iemand “overspoeld” met woorden. Hoe effectief was dat? Hoe snel wilde je weg bij die persoon? Hoe was dat voor jou, en zou je datzelfde een ander willen aandoen? Persoonlijk ben ik van mening dat ZIJN een belangrijker plaats inneemt dan DOEN.

Ga eens aan de slag met de oefening(en), die ik in tip 3 heb beschreven. Daarnaast, tip 1 is weliswaar van mei 2009 maar nog steeds actueel. Tot slot, misschien wil je de laatste nieuwsbrief wel lezen.

Ik nodig je van harte uit om hier te reageren.
Hartelijke groet,
Stef

Spreken in het openbaar – Tip 6

Bewegen of stilstaan ? Wat draagt bij aan jezelf zijn?, stilstaan of bewegen. Als er voldoende ruimte is kun je natuurlijk bewegen. Belangrijk daarbij is, dat je in de ogen van je publiek kunt blijven kijken, térwijl je beweegt. Meestal kun je zeggen, wat bij jou past is voor jou natuurlijk om te doen.

Spreken in het openbaar – Tip 5

Er wordt nogal eens gevraagd “waar laat ik m’n handen?”  Alles wat je ermee doet zegt feitelijk iets. Dus als je er niets mee doet, is het neutraal. Doe je je armen over elkaar dan komt het ontoegankelijk over. Hou je ze op je rug dan kom je wellicht belerend over. Wat je er ook mee doet, in Speaking Circles wordt je niet verteld wat je ermee moet doen. Al doende zul je zelf ervaren wat voor jou het prettigst is, wat het beste bij je past en wat bijdraagt aan jezelf zijn. In het algemeen kan ik erover zeggen: als je je armen gewoon langs je lichaam laat hangen, dan heb je ze altijd direct beschikbaar als je ze nodig hebt. Het kan best gebeuren dat je je armen als vanzelf gaat gebruiken.

Spreken in het openbaar – Tip 4

Apparatuur: Beamer, powerpoint, etc.

Mijn visie hierop is: hoe minder apparatuur, hoe beter. In veel lezingen tref je in het midden voor het publiek het scherm aan waarop via een beamer een en ander wordt vertoond tijdens de lezing. Dat betekent dat de apparatuur in het middelpunt van de belangstelling staat in plaats van degene die de presentatie geeft. In het ergste geval gaat de presentator aan de zijkant staan en leest voor wat er op het scherm verschijnt. Hinderlijk voor het publiek, want er is geen enkele verbinding met de spreker. Hinderlijk voor de spreker, want als het publiek naar een scherm kijkt ben je zelf ook uit verbinding met je publiek en dat kan je weer ongemak bezorgen. Bovendien leest het publiek het scherm sneller dan de presentator het kan voorlezen. Mensen kunnen niet zo heel veel dingen tegelijk, dus als ze op het scherm aan het lezen zijn, dan is de kans des te groter dat ze helemaal niet meer horen wat je te zeggen hebt.
Ik zou het graag willen omkeren: jij als spreker staat in het middelpunt van de belangstelling en als je persé apparatuur nodig hebt, zet die dan aan de zijkant. En reduceer het aantal beelden tot een absoluut minimum, het hoogst noodzakelijke. Laat als het even kan iemand anders op jouw signalen de apparatuur bedienen. Regelmatig heb ik meegemaakt dat een lezing opgeschort moest worden en zelfs een keer tussentijds afgebroken omdat de apparatuur problemen gaf. De presentator had zich dermate aan de apparatuur opgehangen, dat hij zonder de beelden gewoon niet verder kon. Dus als je dan toch appartuur gebruikt – soms ontkom je er natuurlijk niet aan – zorg dan dat je ook altijd zonder kunt.
Als het geven van een diapresentatie het hoofddoel van de avond is, dan is het natuurlijk andersom: De apparatuur en scherm zijn hoofddoel en je tekst is dan alleen begeleidend. Als je niet om beelden heen kunt, zorg er dan ook voor dat je apparatuur en dergelijke ruim op tijd in de zaal hebt getest. Zo kom je tijdens je presentatie niet voor verrassingen te staan. Als je een zgn. flip-over gebruikt, beperk dan de tijd dat je erop schrijft. Je hebt tijdens het schrijven nl. geen verbinding met je publiek. Voor al deze apparatuur geldt mijns inziens: als het géén adequate functie vervult, laat het dan maar achterwege. Als de apparatuur dient als afleiding van jezelf, zorg dan dat je zelf graag in het middelpunt van de belangstelling staat en laat het niet aan de apparatuur over.
Succes. Stef

Spreken in het openbaar – Tip 3

Relational Presence – Aanwezigheid in relatie:

Doe eens de volgende oefening met ‘n vriend of vriendin, die dit ook eng vindt en/of die je vertrouwt. Ga op je gemak tegenover elkaar zitten, zonder tafel ertussen. Zet een kookwekker ofzoiets op 1 minuut en kijk elkaar alleen maar in stilte in de ogen. Dat stil zijn is erg belangrijk. Het kan gebeuren dat je erom moet lachen. Dat is OK, maar “geef er geen woorden aan”. Probeer ’t dan telkens opnieuw……. tot ’t lachen vanzelf over gaat. Lukt dat, maak er dan 5 minuten van, eerst ook weer in stilte.
Daarna ieder 5 minuten mét de mogelijkheid om te praten terwijl de ander uitsluitend stil luistert:
Blijf elkaar in de ogen kijken. De één heeft de mogelijkheid te spreken, vanuit zichzelf en dat mag niet over de ander gaan. Spreek vanuit jezelf. Wat is nu belangrijk en komt nu in je op om te delen? Let op: je kúnt spreken en je kúnt ook stil blijven. De ander mag niet verbaal reageren, alleen vol aandacht luisteren, beschikbaar zijn met de ogen. Op wat gezegd wordt, gaat de ander niet in, ook niet in zijn/haar 5 minuten, of later.
Daarna dezelfde mogelijkheid van 5 minuten voor de ander, waarbij dezelfde afspraak van hiervóór van toepassing is.
Waar dient dit alles toe? In feite is dit ook voorbereiding, voorbereiding om voor een publiek aanwezig te zijn in relatie met één persoon tegelijk. Hier kom ik in een volgende tip op terug. Succes, Stef

Spreken in het openbaar – Tip 2

Mijn visie op voorbereiding.

Natuurlijk is enige voorbereiding handig, maar niet zoals vaak gedacht wordt. Ga een speech vooral niet vooraf uitschrijven. Laat dit s.v.p. over aan de Voorbereidingtroonrede van de koningin. Als je dat doet, wat ga je dan met die uitgeschreven speech doen? Enerzijds kun je hem voorlezen, maar dat is absoluut niet spontaan en komt dus heel kunstmatig over. Bovendien, door het voorlezen, heb je vrijwel geen verbinding met je publiek. Anderzijds zou je de uitgeschreven speech uit je hoofd kunnen leren. Dat is eveneens niet erg spontaan en er zit nog een nadeel aan: Als je de draad van je verhaal kwijt bent, loop je het risico de draad niet meer terug te vinden. Bovendien kun je niet makkelijk inspelen op vragen of opmerkingen uit het publiek. Ga na wat je al weet over de onderwerpen van je speech en noteer wat steekwoorden over wat je ter sprake wilt brengen. Verdiep je in onderwerpen waarover je meer informatie nodig hebt.
Als van je verwacht wordt dat je een speech gaat houden, dan is de kans groot dat jij ook voldoende over het onderwerp weet. De meeste informatie zal dus al in je zitten, zogezegd. Het hoeft er alleen maar op het juiste moment uit te komen. Als je onderwerp bijvoorbeeld bestaat uit 7 items, schrijf dan 7 steekwoorden op een kaartje. Op technieken als Powerpoint kom ik zeker nog ’n keer terug. Laat in de weken of dagen voorafgaand aan je speech nu en dan je gedachten gaan over die items en wat je er allemaal over “zou kunnen” vertellen. Laat verder je gedachten gaan over het soort publiek waar je voor komt te staan. Zijn het mede-deskundigen t.a.v. het onderwerp of leken. Dat maakt natuurlijk verschil. Hoeveel tijd is er voor je speech beschikbaar? Heb je 20 minuten beschikbaar en ben je na 15 minuten klaar, prima. Je hoeft niet alle beschikbare tijd te vullen. Zorg dat je een klok, stopwatch of MotivAider hebt zodat je weet wanneer je je speech moet afronden. Als je al ervaring hebt met bijvoorbeeld Speaking Circles, ga ik er vanuit dat je voldoende zelfvertrouwen hebt om je speech in het moment te laten ontstaan. Zo niet, ga terug naar tip 1. Autorijden leer je ook niet in één rijles. 🙂
Andere voorbereidingen. Het is erg prettig om vooraf te weten hoe de zaal eruit ziet. En wat zijn de mogelijkheden van geluidsinstallatie? Is er een microfoon met of zonder draad? Kun je de microfoon meenemen terwijl je voor het publiek beweegt? Zaken die je vooraf even kunt nagaan. En als dit allemaal niet mogelijk is, neem ’t zoals ’t komt.

Spreken in het openbaar – Tip 1

Volg eens ’n workshop of cursus. De eerste tip is natuurlijk een open deur. Maar hoe vanzelfsprekend is die open deur eigenlijk? Voor zoiets als autorijden zou je het niet in je hoofd halen om zonder rijles de weg op te gaan. Het is dus heel normaal om voor een nieuwe vaardigheid ’n cursus te volgen. Of, om een bestaande vaardigheid verder te verfijnen. Of, om een bestaande belemmerende overtuiging te vervangen voor een helpende overtuiging.

Wij mensen zijn soms zo veeleisend t.o.v. onszelf, dat we verlangen dat we dit zomaar moeten kunnen. En ja, het liefst meteen perfect. Herkenbaar? Er zijn workshops en cursussen in alle soorten en maten en dat is niet voor niets. Mensen zijn er ook in alle soorten en maten. Als je dus, misschien juist zonder dat je weet waarom, aangetrokken wordt door een bepaalde cursus dan is de kans groot dat het voor jou de juiste is. Veel succes! Stef