Categoriearchief: Angst

Perfectionisme

Je eerste speech moet natuurlijk meteen wel perfect zijn………..toch.

Waar focus je op ?

We kunnen spreken, vaak al heel lang, dus moeten we dat ook voor een groep kunnen doen, en wel meteen heel goed ook. Hoe hoog leg je die lat eigenlijk voor jezelf. Welnu, onlangs gaf ik weer eens ’n training en ik vroeg de cursisten om te laten zien hoe hoog ze die lat leggen. Het resultaat: vrijwel allemaal stonden ze met de arm gestrekt in de lucht. Nu had ik even de ondeugende neiging om ze zo een uurtje te laten staan. Dan voel je wel dat ’t erg zwaar is, maar kom ik ook tijd te kort voor de training.

Waarom we met spreken in het openbaar zo perfectionistisch zijn, is wellicht heel persoonlijk. Maar er is ongetwijfeld ook een gemeenschappelijk element te vinden. M.i. is die te vinden in de mate waarin we onszelf accepteren zoals we zijn mét onze imperfecties. Voorbeeldje: Al best vaak heb ik gehoord dat ’n cursist wil kunnen speechen zoals Barak Obama. Dan ben je jezelf aan het vergelijken met iemand anders. Dat genereert alleen al een verschil tussen hoe je bent / doet en hoe je zou willen zijn / doen. Dat gaat je echt niet helpen om tevreden te zijn over je eigen prestaties. Je legt de lat alleen maar nog hoger. Speechen als Obama is voor Obama. Speechen als jezelf gaat over jou. Je wilt toch ook niet dat iedereen jou gaat nadoen.

Want jij bent uniek en dan moet je niet voor Obama willen doorgaan. Als je het talent van ’n ander wilt, accepteer je niet hoe je zelf bent. Begin dus m.i. met het accepteren van jezelf mét jouw talenten én tekortkomingen. Je bent goed zoals je bent. Als je verpleger wilt zijn, dan ga je naar school. Wil je treinmachinist zijn, dan ga je ook naar school. Wil je leren spreken in het openbaar, dan ga je dus ook naar school…… al hoef je daar geen 4 jarige opleiding voor te kiezen. Je hebt nl. alle ingrediënten – stem, longen, ogen, oren, etc. – al in huis. Je hoeft alleen maar wat mogelijkheden toe te passen die je nog niet kende.

Dat is precies waar Relational Presence om de hoek komt kijken: Om de mogelijkheden van de ingrediënten die je al hebt gecombineerd in te zetten en dát te oefenen. Op dezelfde manier als wanneer je autorijles neemt. Klik hier voor meer info over die mogelijkheden.

Succes en Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Wie is je publiek?

Het publiek is niet je vijand, maar je vriend. Ik kreeg en krijg van cursisten nogal eens de vraag hoe je het beste kunt omgaan met ongeïnteresseerd publiek. Hoewel zo’n vraag natuurlijk gemakkelijk uit angst kan voortkomen, is er ook ’n antwoord op mogelijk.
Hoe ziet ongeïnteresseerd eruit? En welk % van je publiek bezondigt zich eraan? Stel er zitten ’n paar mensen op hun mobieltje te kijken en je publiek bestaat uit 100 mensen. Zijn die paar mensen dan ongeïnteresseerd of hebben ze wellicht ’n andere prioriteit. Dat hoef je niet in te vullen, sterker nog, je hoeft er helemaal niets mee. Je gaat / bent aan de slag met die andere 98 mensen.
Dat is pas anders als je publiek uit 4 mensen bestaat, waarvan er ’n paar met hun mobieltje bezig zijn. In dit voorbeeld kun je verschillende dingen doen:
– Je zorgt voor Relational Presence met die paar mensen die wél beschikbaar zijn. Ofwel je kijkt dié beschikbare mensen rustig aan zonder iets te zeggen. De kans is groot dat zij die anderen uit hun mobieltje trekken.
– Je gaat erover in gesprek en lost het op.

Een ander voorbeeld:
Je bent op een congresdag en jouw speech valt in de middag, om ’n uur of twee, drie. Je ziet hier en daar wat mensen gapen en trekt daar de conclusie uit, dat je verhaal niet interessant is. ONZIN natuurlijk. Ten 1e is het rond die tijd na de lunch logisch dat er mensen gaan gapen en heeft dat helemaal niets te maken met jouw speech. Ten 2e hebben juist dié mensen misschien wel ’n slechte nacht achter de rug om welke reden dan ook.
Zit nu 75% van je publiek te gapen, dan zou je eens kunnen nagaan of er wel genoeg zuurstof in de zaal is, vóórdat je gaat twijfelen aan je verhaal…… en actie ondernemen om dat op te lossen. Je bent namelijk niet zonder reden gevraagd om jouw aandeel te leveren.

Verdiep je in dit verband eventueel ook in het onderwerp projectie.

Het maakt voor je speech natuurlijk wel uit of je voor het juiste publiek staat. Zijn het vakgenoten of leken? Familie en vrienden? Collega’s of vreemden? Het is beslist handig om vooraf te weten wat voor publiek je zult hebben.
Bij een vaktechnisch verhaal kun je bij vakgenoten andere taal gebruiken dan hetzelfde verhaal voor leken. In het algemeen is er veel voor te zeggen om in álle gevallen van eenvoud uit te gaan. Je kent ze vast wel, mensen die iets ingewikkelds op een begrijpelijke manier kunnen overbrengen, ofwel eenvoudig maken. In het Engels is daar een mooi woord voor: extraordinairy, extra gewoon, meestal vertaald als buitengewoon of uitzonderlijk.

Succes en hartelijke groet,
Stef de Beurs

Oorzaak van spreekangst

Je hoeft niet per se te weten wat de oorzaak is van je spreekangst(en), maar het kán wel. De angst (in kleine of grote mate) kan talloze oorzaken hebben, hoewel één oorzaak er redelijk universeel uitspringt: We willen aardig gevonden worden en die behoefte laat vooral van zich horen wanneer we in het middelpunt van de belangstelling staan of komen te staan.

Daarnaast zijn de oorzaken voor vrijwel iedereen verschillend. Laten we eens naar drie mogelijke voorbeelden kijken, hoewel er natuurlijk meer zijn.

Gepest worden is natuurlijk niet bevorderlijk voor het gevoel dat je aardig gevonden wordt. Kinderen kunnen voor elkaar keihard zijn, terwijl ze (vaak ook logisch) nog niet begrijpen wat het effect op de ander kan zijn, zelfs tot veel later. Daarnaast bevordert zowel het pesten als gepest worden juist het gevoel van afstand en verwijdering in plaats van toenadering en verbinding. En juist verbinding is een universeel menselijk streven.

Op school vraagt de onderwijzer je onverwacht iets, je weet het antwoord zo snel niet en je schaamt je. Of je wordt uitgelachen. Je moet bijvoorbeeld op school een spreekbeurt houden en je struikelt over één woord: de hele klas lacht en jij voelt je voor gek staan. Als contrast, bedenk eens hoe populair Philip Freriks was als journaalpresentator, juist vanwege zijn versprekingen.

In je gezin kon je je niet voldoende uiten, omdat je bijvoorbeeld de mond werd gesnoerd. Of je kreeg vaak te horen dat jouw mening niet belangrijk was. Als je die vroege onterechte conclusies (uiteraard onbewust) meeneemt naar je volwassen leven, dan doe je natuurlijk niet graag je mond open, bijvoorbeeld in een vergadering of op het podium.

Het is voor de methodiek van Speaking Circles overigens niet van belang waar je angst vandaan komt. Er zijn echter situaties waarbij enige individuele begeleiding (in samenhang met een training) wél behulpzaam en soms noodzakelijk kan zijn.

Heb je daar twijfels of vragen over, bel me dan, 0622517697.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Waar je aandacht aan geeft, dat groeit

Waar je aandacht aan geeft, dat groeit. Dit werkt dus ook zo met je angsten.
In een nummer van Psychologie Magazine stond eens een artikel over moed en ik citeer even de opening: ‘Moed is je angst verslaan. Ware helden zijn niet persé minder angstig. Wel hebben ze meer lak aan regels en lappen ze andermans mening makkelijker aan hun laars. En dat zijn eigenschappen waar een held in spé nog wat van kan leren.’

Natuurlijk komt angst in relatie tot spreken in het openbaar regelmatig ter sprake. Telefonisch als mensen informeren of Speaking Circles ook voor hún angst werkt en ook tijdens trainingen. Veelal is mijn reactie: “Het minste wat je van één dag mag verwachten is dat je met je angst kunt omgaan.” Van die angst af willen is een thema dat tijdens trainingen vaak aan bod komt. En dat is precies hoe het niet werkt. Het betekent namelijk dat je zo graag van die angst af wilt, dat je ertegen aan het vechten bent. Daar gaat veel energie in zitten, waardoor je meer krijgt van wat je nu juist niet wilt.

Mijn voorstel is dus om die angst te accepteren, dat deze er mag zijn. Omarm bij wijze van spreken je angst. En heb lak aan je eigen gedachten over wat je publiek van je zou kunnen vinden. Overigens, bedenk even dat de meeste mensen in je publiek al lang blij zijn dat jij daar staat en zij dat niet hoeven. Door voor je publiek te gaan staan mét je angst ben je wat mij betreft de held. Soms heb je nl. maar één kans om voor die bewuste groep te gaan staan en die kans moet je dan wel grijpen.

De opening van het aangehaalde artikel zou ik dus iets willen nuanceren: Moed is je angst accepteren en het toch doen.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Relational Presence 2

Kleine kinderen kennen het nog……..

Eerder heb ik ook over Relational Presence (RP) geschreven, het belangrijkste fundament van Speaking Circles en m.i. ook van spreken in het openbaar. Met Relational Presence doelen wij op aanwezig zijn in relatie met een ander. In verbinding zijn met jezelf én die ander.

Laten we dit keer eens kijken wat het je kan opleveren (en mij ook opgeleverd heeft), bij spreken in het openbaar, en vooral ook bij andere situaties waarin communicatie een rol speelt.

Van vluchtig naar intens, van afstand naar verbinding
Wat het mij – en inmiddels ongetwijfeld veel anderen – heeft opgeleverd is intenser contact en verbinding met anderen. Wanneer je aanwezig bent in contact met een ander verdwijnt vluchtigheid en verschijnt intensiteit.

Groter NU
Verleden en toekomst verdwijnen naar de achtergrond, wanneer je middels RP in het NU aanwezig bent in verbinding met jezelf en de ander. Het verleden kan flink in de weg zitten en angst speelt zich altijd in de toekomst af, niet in het NU. NU is een groot cadeau voor jezelf én de ander waarmee je op dat moment in contact bent. Voor NU hoef je echt niet op ’n berg te gaan zitten mediteren. Middels RP kun je je NU uitbreiden.

Van wachten naar luisteren
Veel mensen wachten tot er ruimte ontstaat om te reageren of iets te vertellen. Zij kunnen zomaar invallen op het moment dat je even ademhaalt. Het kan mij ook nog weleens gebeuren, als ik even niet attent ben….. en dat is dan op zo’n moment dat er even geen RP is. Relational Presence leidt naar echt luisteren en anders luisteren leidt je naar anders spreken. Anders luisteren in RP is ook een cadeau aan de spreker, die zich werkelijk gehoord voelt.

Relatie gaat vóór inhoud
Met RP geef je aan dat je de relatie belangrijker vindt dan de inhoud. De relatie schept ruimte en een kanaal voor de inhoud die volgt. De luisteraar staat meer open voor jouw inhoud en jij als spreker staat meer open voor reacties van je publiek of de ander.

Publiek wordt partner
Middels RP spreek je niet tégen je publiek maar mét je publiek, hoewel je vast niet wilt dat je publiek massaal gaat terug praten. Dat zal ook niet snel gebeuren, maar de ervaring is anders. De relatie is intiemer, ook als het onderwerp dat niet is.

Zoals je ziet gaan de voordelen van Relational Presence zowel voor de spreker als de luisteraar hand in hand. Met RP beïnvloed je jezelf als luisteraar maar ook als spreker……….. op jouw weg naar vrijheid op het podium én in je leven.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Blozen

In ongemakkelijke situaties reageren we verschillend, afhankelijk van wie en hoe we zijn.  Een van die reacties is blozen en daar gaan we het nu over hebben, vooral in relatie tot spreken voor publiek natuurlijk. Spreken in het openbaar is voor veel mensen een ongemakkelijke situatie en dus reageren sommigen daarop met blozen. Nou ja, sommigen? Dat zijn er meer dan je wellicht denkt. Alleen heeft de een er minder of geen last van en de ander wel.

Laat ik voorop stellen, dat blozen een natuurlijk verschijnsel is, waar de meeste mensen om je heen (die het zouden kunnen zien) niets mee doen. Het is nog charmant ook. Mensen om je heen spreken je er ook meestal niet op aan, wanneer je bloost. En daarnaast wordt het door veel mensen niet eens opgemerkt, wanneer je bloost. Trouwens, zie je jezelf weleens blozen? Waarschijnlijk niet, want dan moet er maar net op zo’n moment ’n spiegel in de buurt zijn. Dus het is voor jezelf vooral iets wat je voelt: de warmte in je gezicht. En wanneer je daar aandacht aan geeft, ga je wellicht ook nog onjuiste conclusies trekken, die er een probleem van maken. Conclusies die jouw publiek in meerderheid niet zal trekken of zelfs niet eens aan zal denken.

Als je er geen last van hebt, wil dat niet zeggen dat je helemaal niet bloost. Dus iemand die bloost en er geen last van heeft, doet er waarschijnlijk niets mee. Dat verschil lijkt me cruciaal: Er wel of niet iets mee doen. Als je er iets mee wilt doen, bijvoorbeeld dat het blozen weggaat, dan schenk je er aandacht aan. En, je weet ’t hè: alles waar je aandacht aan schenkt, dat groeit.

Het is dus misschien wel ’n goede strategie van mensen die wél blozen, maar er geen aandacht aan geven. Maar stel nou dat jij er wél last van hebt. Hoe zou je er dan geen of minder aandacht aan kunnen geven?

  1. Je kunt overwegen om je aandacht volledig te richten op wat je op dat moment moet doen, je verhaal vertellen bijvoorbeeld. Wanneer je volledig opgaat in je verhaal en in je verbinding met je publiek, dan heb je geen tijd meer over om je met blozen bezig te houden.
  2. Accepteren dat je dit verschijnsel (nu en dan) hebt en er maling aan hebben. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Wat je zou kunnen helpen is bijvoorbeeld ’n flinke tijd met grote regelmaat je onbewuste ervan overtuigen dat het oké is, door tegen jezelf te zeggen “ik accepteer mezelf mét blozen”, of iets in die richting. Of: “Ik bloos, dus ik leef”.
  3. Je zou regelmatig, maar vooral vóórdat je voor publiek gaat staan, een bekrachtigende lichaamshouding kunnen aannemen. Zie daarvoor dit eerdere blog.
  4. Wanneer je het ongemak deelt met je publiek, zal het kleiner worden. Delen is nl. ook halveren. Deel je probleem en het wordt kleiner, deel jezelf en je wordt groter.
  5. Zoek vaker het middelpunt van de belangstelling op, dan zal ook dit makkelijker worden. Wil je dit ’n boost geven, dan is Speaking Circles een uitstekende methodiek.

Veel succes en hartelijke groet,
Stef de Beurs

Basisbehoeften

De Amerikaanse psycholoog David McClelland (1917-1998) toonde aan dat we drie psychologische basisbehoeften hebben, die ons ieder in wisselende mate aansturen:
1. De behoefte aan aansluiting, aan ergens bij willen horen, aan aardig gevonden willen worden.
2. De behoefte aan prestatie, aan iets willen bereiken, scheppen, produceren.
3. De behoefte aan macht.

Toen ik hierover las, realiseerde ik me direct dat er belangrijke verbanden zijn tussen deze 3 basisbehoeften en het fenomeen spreken in het openbaar. Als we ongemak of angst ervaren bij spreken in het openbaar, worden deze 3 behoeften allemaal aangeraakt:
De behoefte om aardig gevonden te worden (1) steekt direct de kop op, terwijl we van onszelf verlangen dat de speech of presentatie meteen helemaal perfect is (2) en wij tijdens de speech ook nog volledig de macht (3) over onszelf willen hebben (en liefst ook over het publiek 🙂 ).

Denk je nu ook dat dit wel ’n beetje teveel is, dan ben ik het helemaal met je eens. Laat, om te beginnen de behoefte aan macht maar los. Over je publiek heb je die toch al niet. En t.a.v. macht over jezelf: wanneer je zoveel mogelijk jezelf kunt zijn, dan is die macht niet meer zo belangrijk.

Realiseer je vervolgens dat je speech of presentatie helemaal niet perfect hoeft te zijn. Je kunt zelf achteraf bijvoorbeeld wel bedenken dat je bepaalde dingen niet hebt verteld, maar je publiek weet toch niet wat je (al dan niet per ongeluk) achterwege   hebt gelaten. Voor je publiek ontbreekt er dus niets, dat zit alleen in je eigen hoofd.

Over de behoefte aan aardig gevonden willen worden wil ik je voorstellen om bij jezelf te beginnen. Begin met milder voor jezelf te zijn, minder veeleisend naar jezelf, de lat wat lager leggen, kortom: jezelf aardiger vinden, dan volgen die anderen vanzelf wel (of niet en dan is het ook goed).

Veel succes en hartelijke groet,
Stef de Beurs

Blijf ademen

Ademen. Ik heb er vast weleens over geschreven, maar waarschijnlijk slechts zijdelings. Laten we er maar eens wat dieper op ingaan dus.
Het lijkt zo simpel en we letten er vaak niet op, maar op een spannend moment kun je zomaar even stoppen met ademhalen. En spreken in het openbaar is voor veel mensen zo’n spannend moment. Ademen kun je op verschillende manieren doen: borstademhaling en buikademhaling. Ik hoef je vast niet te vertellen dat borstademhaling oppervlakkiger (hoger) is dan een buikademhaling. Maar, ga er eens op letten. Hoe adem je meestal in het dagelijks leven? Is het borst, ga dan eens na of je je daar wel rustig bij voelt. Ervaar eens hoe het voelt om naar je buik te ademen. En merk dan op dat buikademhaling je veel minder energie kost dan borstademhaling.

Je heb bij buikademhaling gewoon minder spieren nodig, dus kost het minder energie. Bovendien, en hier is de belangrijkste link met spreken in het openbaar, je wordt er rustiger van. Een van de valkuilen voor mensen met (grote of kleine) angst voor spreken in het openbaar is dat de ademhaling omhoog gaat en vaak sneller. En omdat ze van het podium af willen, gaan ze ook sneller praten….. waardoor je minder tijd hebt om adem te halen. Dat gaat jou natuurlijk niet (meer) gebeuren, want je leest nu dit artikel. 🙂

Tijdens de trainingen spreken in het openbaar met Speaking Circles komt ademen regelmatig ter sprake. Een van de oefeningen is nl. dat je voor je publiek staat, terwijl je alleen maar hoeft te ademen en je publiek aankijken…. zónder te spreken. Je ervaart dan ongetwijfeld je ademhaling (hoog/laag, snel/langzaam). Maar ook wanneer je wel spreekt is een rustige buikademhaling bevrijdend: je spreekt automatisch langzamer (rustiger) met voldoende tijd om te ademen. Voor jou goed, maar ook voor je publiek. Je publiek kan je absoluut beter volgen, wanneer je zo rustig spreekt.

Maar er gebeurt meer. Ervaar eens wat er gebeurt, wanneer je zo voor publiek gaat staan: Het publiek is vaak nog wat onderling aan het praten. Jij gaat daar staan en je zegt (nog) niets. Je staat rustig te ademen én kijkt dié mensen aan die al direct voor jou beschikbaar zijn. Let dan eens op hoe snel de hele zaal stil wordt.

Je hebt invloed op je publiek, simpelweg omdat je daar als voorbeeld vóór staat. Ben je zelf druk dan heeft dat invloed op je publiek, dat ook makkelijker druk zal zijn. Op dezelfde manier zal je publiek ook rustiger en aandachtiger zijn, wanneer jij dat bent.
Adem in, adem uit. Durf je dit niet zonder oefening in de praktijk te brengen, kom dan ’n keer naar een Speaking Circle om te ervaren, dat het echt werkt.

Wat doe jij met je ademhaling? Neem je er de tijd voor?

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Geen lef, geen roem

MoedHeb je dat ook gezien? Voor de bevrijdingsfestivals was gevraagd aan vluchtelingen een woordje te zeggen op de diverse podia. Op TV betrof het een vluchteling in Zwolle, die zich vooraf niet gerealiseerd had dat het zo’n groot podium zou zijn…….. met zoveel mensen. Misschien maar goed ook, want soms moet je gewoon JA zeggen zonder te weten wat de gevolgen precies zijn. In het diepe springen en dan pas leren zwemmen. Eng, spannend en opwindend tegelijk. Je gaat iets nieuws doen en daar is altijd moed voor nodig.

Het is bij moed ook niet zo dat er geen angst is. Moed of Lef is juist de angst accepteren en het toch gewoon dóen. Soms is het juist goed dat je ergens voor kiest of JA tegen zegt, zonder je op dat moment te realiseren, wat de gevolgen zijn. Je zegt ergens JA tegen en pas later kom je erachter dat je er bang voor bent, of onzeker, of….vul maar in. Dit soort momenten hebben we (soms) nodig om vooruit te komen, om ’n (flinke) stap in onze ontwikkeling te zetten. Daarbij is het goed om niet álles vooraf tot in detail te weten. Dan zouden we wellicht geen JA durven zeggen.

In 2000 had ik besloten om – met de voltooiing van mijn papierloze administratiekantoor – in de krant te komen (jan. 2001) met dat nieuws…… zonder me te realiseren wat de gevolgen zouden zijn (help, in het middelpunt van de belangstelling staan, eng), waardoor ik plotseling een training spreken in het openbaar moest volgen…….. Speaking Circles, waarover je op deze site kunt lezen.

Het venijn zit dit keer niet in de staart. Je hebt JA gezegd, het was vervolgens eng en je hebt het toch gedaan…….. en wat volgt is Voldoening, bevrijdend. Je mag tevreden en trots zijn op jezelf en terecht. Wat je m.i. juist niet mag doen is jezelf bekritiseren omdat het (nog) niet perfect was. Dat kan ook nauwelijks, wanneer je iets voor het eerst doet. Je hebt een stap gezet. Geef jezelf ’n schouderklop!

Heb je ervaringen met “in het diepe springen”? Reageer hier en vertel erover.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Als ik maar niet……

nervousOok als je je niet op je gemak voelt om voor een groep te staan, moet je het soms gewoon doen. En wat zich in jouw gedachten afspeelt is van belang op hoe je je (vooraf en tijdens) voelt. Lichaam en geest zijn een eenheid en zij beïnvloeden elkaar over en weer. Eerder heb ik geschreven over lichaamshoudingen, waarmee je je geest kunt beïnvloeden. Omgekeerd kun je met je geest en je denken ook je lichaam beïnvloeden.

Je gedachten kunnen uitgaan naar bijvoorbeeld “als ze maar niet zien dat ik zenuwachtig ben”, “als ik maar niet ga stotteren”, “als ik (straks) nog maar weet wat ik allemaal moet zeggen”, “als ik maar niet ga zweten”, en vul de mogelijkheden maar in. Dat zijn natuurlijk niet allemaal behulpzame gedachten. De gedachten met het woordje niet erin hebben nog ’n extra onhandige lading: dit soort gedachten die in je onbewuste terecht komen, slaan het woordje niet gewoon over, omdat het onbewuste dat woord niet kent.

Lekker is dat, hè. Dus bijvoorbeeld “als ik maar niet ga zweten”, vertaalt je onbewuste in “als ik maar ga zweten”. Daarmee krijgt je onbewuste niet de boodschap die je er graag in wilt hebben. Het is dus handig om andere en meer behulpzame gedachten te hebben.

Bijvoorbeeld:
– ik weet wat ik te vertellen heb
– ik voel me vrij en open
– ik presenteer met plezier
– ik ben vol zelfvertrouwen
– ik kan alles bereiken wat ik wil
– ik ben rustig en geduldig
– ik ben in balans
– ik ben succesvol
– Ik ben veilig,      én
– wat iemand ook zegt of doet, ik voel me goed.

Dan nog iets anders: Je gedachten over wat je publiek allemaal kan zien en vinden kan je ook parten spelen in dit verband. Daarbij is het goed om je eens te beseffen, dat het grootste deel van jouw publiek blij is dat jij daar staat en zij juist niet. Het gevolg is dat zij (al dan niet bewust) ondersteunend voor je zijn.

Tot slot moet weten dat veel van jouw ongemakken onzichtbaar zijn voor je publiek. Ik heb bijvoorbeeld nog nooit knikkende knieën gezien of het zweet op iemands rug. En de figuurlijke knoop in je maag is ook echt niet zichtbaar. Het heeft dus geen zin om je daar druk om te maken. Laat het los.

Vraag aan jou: Wat is jouw meest behulpzame boodschap aan jezelf?
Reageer hieronder en laat ’t me weten.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Vechten of vluchten?

HeldAngst is een emotie die van pas kan komen om je te beschermen. Er zijn realistische vormen van angst. Denk bijvoorbeeld aan een brandend huis. Angst zal je ervan weerhouden om er binnen te gaan. En voor de brandweerman, die dat wél doet, zorgt angst ervoor dat hij erg goed oplet en voorzichtig is. Daar is moed voor nodig: angst ervaren en het tóch doen. Angst is een emotie om ervoor te zorgen dat je overleeft. Heel nuttig dus. Toen lang geleden mijn huis in brand stond, ondernam ik één heilloze poging om te blussen. Het was midden in de nacht. Al heel snel namen mijn reflexen het over: Ieder een kind uit bed plukken en nog net op tijd naar buiten vluchten, in m’n onderbroek.

Angst roept ook een vecht of vluchtreactie op, waar we meestal niet over na hoeven te denken. Mijn automatische systeem nam het in de vechtreactie (blussen) hierboven al snel over toen de vlammen tegen het 4 meter hoge plafond sloegen. De vluchtreflex nam het over, zodat we het allemaal overleefden.

Maar wat nu, als je een angst hebt die niet zo goed te relateren is aan werkelijk fysiek gevaar? Spreken in het openbaar roept bij veel mensen angst op. Misschien was dat eeuwen geleden wél een realistische angst. In die tijd liep je ongetwijfeld fysiek gevaar, wanneer je jouw waarheid verkondigde. Zo groot zal het externe gevaar nu niet meer zijn. Wel lopen we bij spreken in het openbaar tegen die kwetsbaarheid aan. Van Dale zegt o.a. over kwetsbaar: vatbaar voor verwonding of ander onheil.

Ander onheil is bij spreken in het openbaar mogelijk van toepassing, maar speelt zich voornamelijk in ons hoofd af. Je staat voor een groep en bent dan kwetsbaar. Er kan je een ramp overkomen, vatbaar voor onheil, zoals Van Dale stelt. Je kunt erg gevoelig zijn, mensen kunnen je ráken. Iedereen kijkt naar je en denkt iets over je. En jij vraagt je mogelijk af “wat zullen ze wel van me denken?”, of erger: “word ik niet afgeschoten?”. (Misschien komt die laatste term wel van eeuwen geleden. 🙂 )  Van de weeromstuit heb je misschien het idee (al dan niet bewust) dat je je beter wat kunt afsluiten, zodat je minder kwetsbaar bent. Dat is echter een schijnoplossing. Op die manier geeft angst voor kwetsbaarheid een verkeerde boodschap aan je lichaam door.

Als je dit herkent, dan is het goed om je te beseffen dat kwetsbaarheid veel kracht in zich heeft. Kwetsbaar zijn betekent ook raakbaar en open voor echt contact, gevoelig(er) ook. Wat mij betreft mag je dus gerust kwetsbaar zijn, je kwetsbaar opstellen. Het toont dat je voldoende zelfvertrouwen hebt om raakbaar te zijn. En, wellicht vreemd genoeg, ben je dan minder gemakkelijk te kwetsen. Kwetsbaar zijn heeft ook raakvlakken met moed. Moed is niet de afwézigheid van angst. Je bent ergens bang voor, je bent dus kwetsbaar, maar je doet het toch.

De eerste wens die veel cursisten hebben is van die angst áf te komen. Mijn boodschap is eerder: omarm die angst en ondanks dat, doe het, ga staan en ervaar die kwetsbaarheid en kracht.

Reageren?  Ik zeg Doen.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Oorzaken van spreekangst

Slapeloze nachten 2De angst (in kleine of grote mate) kan talloze oorzaken hebben, hoewel één oorzaak er redelijk universeel uitspringt: We willen aardig gevonden worden en die behoefte laat vooral van zich horen wanneer we in het middelpunt van de belangstelling staan of komen te staan.
Daarnaast zijn de oorzaken voor vrijwel iedereen verschillend. Laten we eens naar ’n paar mogelijke voorbeelden kijken.

Gepest worden
is natuurlijk niet bevorderlijk voor het gevoel dat je aardig gevonden wordt. Daarnaast bevordert zowel het pesten als gepest worden juist het gevoel van afstand en verwijdering in plaats van toenadering en verbinding. En juist verbinding is een universeel menselijk streven. Als kind begrijpen we dat natuurlijk niet en laten we eerlijk zijn: kinderen kunnen erg hard voor elkaar zijn. Aan de andere kant, onder volwassenen komt het helaas ook voor. Er zijn recentelijk zelfs voorbeelden van kinderen die dermate gepest zijn dat ze doorslaan en iemand anders of zichzelf iets gewelddadigs aandoen.

Op school

vraagt de onderwijzer je onverwacht iets, je weet het antwoord zo snel niet en je schaamt je. Of je wordt uitgelachen. Je moet bijvoorbeeld op school een spreekbeurt houden en je struikelt over een woord: de hele klas lacht en jij voelt je voor gek staan.
In dit verband herinner ik me een docent wiskunde op de middelbare school. Nu lag wiskunde mij totaal niet. Voordat ik dat vak kon laten schieten had ik alleen onvoldoendes en wanneer mij iets gevraagd werd wist ik zo wie zo geen passend antwoord te bedenken. Dat leidde tot smadelijke opmerkingen van die docent.

In je gezin

kon je je niet voldoende uiten, omdat je bijvoorbeeld de mond werd gesnoerd. Of je kreeg vaak te horen dat jouw mening niet belangrijk was. Als je die vroege onterechte conclusies meeneemt naar je volwassen leven, dan doe je natuurlijk niet graag je mond open, bijvoorbeeld in een vergadering. Zelf ben ik bijvoorbeeld opgegroeid als jongste in een gezin met 8 kinderen, waarin de ouderen het grootste woord hadden en de jongeren minder aan bod kwamen.

Stel, je bent 4 jaar
in dit hypothetische voorbeeld. Je taal is nog niet zo hoog ontwikkeld uiteraard. Je staat in het middelpunt van de aandacht op een verjaardag en natuurlijk ben je een schattig jochie of meissie. Je zegt iets geks in je onschuld en de hele kamer zit te schudden van het lachen. De ene persoon kan tot de onbewuste overtuiging komen dat het dus leuk is en hij wordt bijvoorbeeld cabaretier. Een ander kan bijvoorbeeld onbewust concluderen dat het stom is, zich terugtrekken en later spreekangst ontwikkelen. Dit wil overigens niet zeggen dat die cabaretier in dit voorbeeld zich bij spreken in het openbaar op z’n gemak voelt. Mogelijk zelfs het tegendeel.

Dit zijn allemaal situaties, waarin je belemmerende overtuigingen opbouwt, die je natuurlijk niet helpen aan vrijheid in je communicatie met anderen of voor een groep. Besef in ieder geval dat je beslist niet de enige bent én dat er veel aan te doen is met de ruime keuze aan trainingen hiervoor.

Het is voor de methodiek van Speaking Circles (deze website) overigens niet van belang wat de oorzaak is, dat je niet in het middelpunt van de belangstelling wilt staan. Er zijn echter situaties waarbij enige individuele begeleiding (gevolgd door bijvoorbeeld Speaking Circles) wel erg behulpzaam en soms noodzakelijk kan zijn.

Heb jij wel eens stil gestaan bij de oorzaak? Laat hier je reactie weten.

Hartelijke groet,
Stef

Wetenschappelijk verhalenverteller (vervolg)

In 2012 heb ik de eerste video (Ted-talk) van Brené Brown in mijn blog opgenomen. Zij heeft lange tijd wetenschappelijk onderzoek gedaan naar kwetsbaarheid, moed, authenticiteit en schaamte. Voor ’t geval je die niet hebt gezien, klik dan hier, en kijk pas daarna naar onderstaand vervolg erop.
In onderstaande video zegt Brené ergens: “Kwetsbaarheid is geen zwakte.” (vertaald)
Het is goed om je dat te realiseren. Als je voor een groep staat en je voelt je kwetsbaar, realiseer je dan dat je de moed hebt gehad om dát te doen, waarvan je dacht dat ’t nodig was of heel graag wilde. De moed om in het ongewisse te stappen………… en het tóch te doen. Je hebt dan m.i. gewoon recht op applaus, in ieder geval van mij. Ik kom hier vast nog wel ’n keer op terug.

Laat hier je reactie weten, oké.

Hartelijke groet,
Stef

7 tips voor meer Zelfcompassie

ZelfcompassieOver het algemeen genomen zijn we tegen niemand zo streng als tegen onszelf. Natuurlijk merken we het effect daarvan ook wanneer we in het openbaar moeten (gaan) spreken. Want streng zijn tegenover onszelf wil ook zeggen dat we de lat hoog leggen. Ga eens op de lat zitten, las ik ’n tijdje geleden ergens. Kon je al direct fietsen toen je het voor het eerst probeerde? Heb je je rijbewijs in één les gehaald?

Kortom, met meer zelfcompassie heb je minder sociale stress.  Dit bleek ook uit onderzoek in Amerika, waarover geschreven wordt in Psychologie Magazine van Juni 2014.

Tijd dus voor 7 tips voor meer zelfcompassie:

1. Erken dat imperfectie soms onvermijdelijk is. Het leven verloopt lang niet altijd precies zoals wij willen. En dat zegt niets over ons. In het Boeddhisme zegt men: Er is lijden. (let op die punt)

2. We zijn niet beneden- of bovengemiddeld. We zijn zoals de meeste mensen en net als de meeste mensen hebben ook wij kwetsbaarheden en zwakke plekken. Erken dat en laat toe dat het zo is.

3. Natuurlijk hebben we af en toe (of regelmatig) negatieve gedachten. Veroordeel die gedachten niet, accepteer dat ze er zijn en klaar. (let weer op die punt)

4. Geef je niet over aan zelfmedelijden, want dat heeft met zelfcompassie niets te maken.

5. Kijk je regelmatig naar dingen die je niet bevallen aan jezelf, ga dan eens ’n dag uitsluitend met waardering kijken naar jezelf.

6. Als je jezelf op je kop geeft, bedenk dan de volgende keer (keren) direct erbij: Hoe zou je door anderen behandeld willen worden (t.a.v. dit onderwerp)?

7. Wil je weten hoe je ervoor staat m.b.t. jouw zelfcompassie, doe dan eens de test op de site van Roos Vonk, klik hier. Ook de vragen die daarin gesteld worden, kunnen je al aan het denken zetten voor verbetering.

Hoe hoog leg jij de lat voor jezelf? Laat ’t hier weten in je reactie.

Hartelijke groet,
Stef

Verbinding met je publiek

Verbinding met je publiekOngetwijfeld heb ik al eerder over dit onderwerp geschreven, maar ik wil er nu vanuit een andere benadering naar kijken. Namelijk de paradox van de natuurlijke behoefte aan verbinding versus de angst ervoor. Als je mensen, die al eerder voor publiek stonden, vraagt wat ze het liefst willen, dan is “verbinding met m’n publiek” veel gehoord. En als een enorm groot deel van de bevolking (pakweg 85%) zoveel moeite heeft met spreken in het openbaar, dan moeten we teruggaan in de tijd. Dan is het logisch dat er collectief iets aan de hand is. Niets van wat ik schrijf is wetenschappelijk bewezen, maar als je er logisch over nadenkt kom je ’n heel eind.

Laten we eens bij onze geboorte beginnen, dat is toch zo’n beetje de eerste bijzondere gebeurtenis in ons leven. Nadat we 9 maanden in een (meestal) ongelooflijk veilige en warme omgeving hebben geleefd, waarin volautomatisch in al onze behoeften werd voorzien, worden we naar buiten geperst. Onze eerste ervaring kan niet bepaald positief zijn geweest, het is plotseling koud en we moeten eerst krijsen voordat er iets aan voedselvoorziening en schoonmaak wordt gedaan. En dan hebben we het nog niet eens over verbinding en koestering, twee onmisbare grootheden voor een baby.

Je kunt je voorstellen hoe groot de kans is op verlatingsangst en daartegenover de levenslange behoefte aan verbinding. Natuurlijk is dat niet bij iedereen in dezelfde mate het geval en ook onze opvoeding en ons opgroeien speelt ’n flink toontje mee. Bij (de angst voor) spreken in het openbaar komen we dit vooral weer tegen, ook in bedekte termen. Denk bijvoorbeeld aan vragen die we onszelf nogal eens stellen: “wat zullen ze wel niet van me vinden”, “doe ik het wel goed genoeg”, “bén ik wel goed genoeg”, en dergelijke. Schaamte en afgeserveerd worden kunnen regelrecht linken aan onze verlatingsangst, ook wel angst om buitengesloten te worden. We willen niets liever dan “erbij horen“, ofwel verbinding met de groep hebben waartoe we behoren.

In relatie tot spreken in het openbaar:
We moeten dus met die verbinding beginnen om die angst voor spreken in het openbaar te overwinnen. Verbinding met je publiek dus, simpelweg door je publiek – één persoon tegelijk – in de ogen te kijken. In dié verbinding komen je woorden ook daadwerkelijk áán. Het is niet zo verwonderlijk dat Speaking Circles dit als basis in zich heeft. Relational Presence, in relatie zijn met één persoon, is een van de belangrijkste fundamenten van Speaking Circles. Het is een van de elementen die in de trainingen uitgebreid aan bod komen en die je ook tegenkomt in de online cursus.

Wat is jouw ervaring? Hoe heb jij een goede verbinding met je publiek? Laat ’t hier weten.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs
Wil je 1x per maand ‘n berichtje ontvangen, geef je dan hier op:
[gravityform id=”2″ name=”Opt-in” title=”false” description=”false” ajax=”true”]

De draad van je verhaal.

Vrouw speechWat doe je als je de draad van je verhaal kwijt bent? Een veel voorkomende vraag tijdens de workshops. Er zijn natuurlijk verschillende manieren om de draad van je verhaal kwijt te raken. De invloed van je publiek door bijvoorbeeld vragen te stellen. Maar zelf kun je er ook de oorzaak van zijn, simpelweg door het ongemak bij het idee om de draad van je verhaal kwijt te raken. Waar je aandacht aan geeft, dat groeit. Dus als je (teveel) aandacht geeft aan dat idee, dan is de kans ook groter dát het zal gebeuren.

Als je niet graag onderbroken wordt voor een vraag, zeg dat dan ook vooraf. Vraag je publiek om hun vragen op te sparen en beloof dat er ruimte zal zijn voor vragen. Zorg daar dan ook voor, tussendoor of aan het eind.

Ook aan het ongemak bij de mogelijkheid dat je de draad van je verhaal kwijt raakt, kun je wat doen. Omarm het idee dat het zou kunnen gebeuren. Hoe erg kan ’t zijn? Je hoeft niet perfect te zijn, dat is je publiek ook niet. Als ’t toch gebeurt, wees even stil, blijf in contact met je publiek en als ’t je te lang duurt, zeg ’t en vraag dan gewoon waar je gebleven was. Er is namelijk altijd iemand die weet waar je gebleven bent.

Overigens ik ben er voorstander van om vooraf met je publiek af te spreken dat je niet onderbroken wordt voor vragen. Dergelijke onderbrekingen halen je namelijk uit de mogelijke Flow waar je graag in terecht wilt komen. Flow is een staat van optimale ervaring, waarin je helemaal opgaat in je bezigheden, terwijl je de tijd vergeet. De term flow is geïntroduceerd en beschreven door Mihaly Csikszentmihalyi. Flow geeft je een gevoel van inspiratie en voldaanheid en de behoefte aan meer van hetzelfde. Vergelijk Flow met een rivier, die blijft doorstromen. Daarbij ga ik er natuurlijk van uit dat je de materie, waar je speech over gaat, kent. Je hoeft niet alles bewust en paraat te hebben, maar met één steekwoord wel kunnen oproepen. Zie ook andere artikelen in de Blog over Flow en over voorbereiding.

Kortom, maak vooraf je wensen kenbaar én oefen je in het op je gemak zijn als je (even) zonder woorden voor ’n groep staat. Hoe oefen je dat dan? De eenvoudigste oefening staat beschreven in Tip 3 op dit Blog, kost niets en je hebt alleen ’n kookwekker en goede vriend(in) nodig. 

Laat s.v.p. je reactie achter.

Hartelijke groet,
Stef de Beurs

Waar praat je niet graag over?

Geïnspireerd door de video van Brené Brown (hieronder weergegeven op 26 november 2012), wil ik het met je hebben over kwetsbaarheid, moed, authenticiteit, schaamte en angst.
Over angst en moed heb ik eerder geschreven in “Heldhaftig” van 16 oktober 2012, in die zin van ergens angst voor hebben en het dan tóch doen.
Brené Brown heeft het in haar video over schaamte die je kunt uitleggen als angst voor het verbreken van de verbinding, de verbinding met anderen waar we allemaal van nature naar streven. Om verbinding te realiseren moeten we onszelf toestaan volledig gezien te worden, feitelijk in de spotlights van anderen staan. En daar komt moed weer om de hoek kijken: de moed om onvolmaakt te zijn en onszelf daarin volledig accepteren. Dus kwetsbaar en authentiek.

Van cursisten heb ik nogal eens gehoord dat zij er op hun werk niet over spraken wanneer zij een workshop of cursus spreken in het openbaar gingen volgen. Uit schaamte soms, want dat moet je toch gewoon kunnen? Of angst wellicht, voor afwijzing? Mogelijk tot dat moment niet wetend, dat het grootste deel van de mensen niet graag op deze manier in het middelpunt van de belangstelling staat. Je bent dus niet de enige. Hoe minder je erover praat, hoe meer last je er van hebt. En hoe harder je vecht tegen de angst of schaamte, hoe groter het is of kan worden. Want waar je flink energie in steekt (=hard tegen vechten), daar krijg je meer van.

Ik wil je hier nadrukkelijk uitnodigen om te reageren:

Praat je hier weleens over, op ’t werk? met vrienden? Hoe reageren die anderen? Of, waarom praat je er juist niet over? Wat belemmert je om er open over te praten?

Hartelijke groet,
Stef