Het publiek is niet je vijand, maar je vriend. Ik kreeg en krijg van cursisten nogal eens de vraag hoe je het beste kunt omgaan met ongeïnteresseerd publiek. Hoewel zo’n vraag natuurlijk gemakkelijk uit angst kan voortkomen, is er ook ’n antwoord op mogelijk.
Hoe ziet ongeïnteresseerd eruit? En welk % van je publiek bezondigt zich eraan? Stel er zitten ’n paar mensen op hun mobieltje te kijken en je publiek bestaat uit 100 mensen. Zijn die paar mensen dan ongeïnteresseerd of hebben ze wellicht ’n andere prioriteit. Dat hoef je niet in te vullen, sterker nog, je hoeft er helemaal niets mee. Je gaat / bent aan de slag met die andere 98 mensen.
Dat is pas anders als je publiek uit 4 mensen bestaat, waarvan er ’n paar met hun mobieltje bezig zijn. In dit voorbeeld kun je verschillende dingen doen:
– Je zorgt voor Relational Presence met die paar mensen die wél beschikbaar zijn. Ofwel je kijkt dié beschikbare mensen rustig aan zonder iets te zeggen. De kans is groot dat zij die anderen uit hun mobieltje trekken.
– Je gaat erover in gesprek en lost het op.
Een ander voorbeeld:
Je bent op een congresdag en jouw speech valt in de middag, om ’n uur of twee, drie. Je ziet hier en daar wat mensen gapen en trekt daar de conclusie uit, dat je verhaal niet interessant is. ONZIN natuurlijk. Ten 1e is het rond die tijd na de lunch logisch dat er mensen gaan gapen en heeft dat helemaal niets te maken met jouw speech. Ten 2e hebben juist dié mensen misschien wel ’n slechte nacht achter de rug om welke reden dan ook.
Zit nu 75% van je publiek te gapen, dan zou je eens kunnen nagaan of er wel genoeg zuurstof in de zaal is, vóórdat je gaat twijfelen aan je verhaal…… en actie ondernemen om dat op te lossen. Je bent namelijk niet zonder reden gevraagd om jouw aandeel te leveren.
Verdiep je in dit verband eventueel ook in het onderwerp projectie.
Het maakt voor je speech natuurlijk wel uit of je voor het juiste publiek staat. Zijn het vakgenoten of leken? Familie en vrienden? Collega’s of vreemden? Het is beslist handig om vooraf te weten wat voor publiek je zult hebben.
Bij een vaktechnisch verhaal kun je bij vakgenoten andere taal gebruiken dan hetzelfde verhaal voor leken. In het algemeen is er veel voor te zeggen om in álle gevallen van eenvoud uit te gaan. Je kent ze vast wel, mensen die iets ingewikkelds op een begrijpelijke manier kunnen overbrengen, ofwel eenvoudig maken. In het Engels is daar een mooi woord voor: extraordinairy, extra gewoon, meestal vertaald als buitengewoon of uitzonderlijk.
Succes en hartelijke groet,
Stef de Beurs
In ongemakkelijke situaties reageren we verschillend, afhankelijk van wie en hoe we zijn. Een van die reacties is blozen en daar gaan we het nu over hebben, vooral in relatie tot spreken voor publiek natuurlijk. Spreken in het openbaar is voor veel mensen een ongemakkelijke situatie en dus reageren sommigen daarop met blozen. Nou ja, sommigen? Dat zijn er meer dan je wellicht denkt. Alleen heeft de een er minder of geen last van en de ander wel.
Deze vraag is zoveel gesteld, dat ik er weer eens iets over schrijf. Iedereen heeft er wel ’n mening over, ik ook. Wat je er ook mee doet, er is altijd wel iemand die er een conclusie aan kan verbinden. Bijvoorbeeld: Doe je je armen over elkaar, dan lijkt het of je je afsluit. Houd je ze op je rug dan kom je wellicht belerend over. Etcetera.
Om inspiratie op te doen voor dit artikel, keek ik eens in mijn archief. Daar kwam ik een artikel tegen, dat ik in 1997 schreef over Belastingen en Ankeren. Een anker is een uniek signaal dat bij herhaling telkens dezelfde staat (stemming) oproept. De relatie met Belastingen kwam voort uit de blauwe enveloppen. Wist je dat de Belastingdienst het monopolie heeft op die specifieke kleur blauw? Als een enveloppe in die kleur op de mat valt, roept dat bij de meeste mensen een specifieke stemming op. De kleur werkt als een anker. Krijg je ieder jaar belasting terug, dan roept dat natuurlijk een goede stemming op. Moet je altijd betalen, dan roept die kleur ongetwijfeld een andere stemming bij je op.
Nog niet zo lang geleden werd bekend dat de effecten van de Iceman (Wim Hof) wetenschappelijk werden aangetoond. Het betreft beïnvloeding van je lichaam met je geest. Nu is dat vanuit de NLP (Neuro Linguïstische Programmering) bezien niet zo vreemd, want een van de vooronderstellingen van NLP is: Lichaam en geest beïnvloeden elkaar over en weer. Niet zo verbazingwekkend dus, maar wetenschappelijk is het wél een doorbraak, omdat dit nog niet eerder was bewezen.
Het omgekeerde is natuurlijk ook het geval en daarover is nog niet zo heel lang geleden ook een en ander aangetoond door Amy Cuddy. Het gaat om de beïnvloeding van je geest door ons lichaam, meer specifiek onze lichaamshoudingen. Zij heeft ontdekt dat door bepaalde houdingen aan te nemen gedurende 2 minuten, het
testosteronniveau stijgt. En gelijktijdig daalt het cortisolgehalte (stresshormoon) in ons lichaam. Zij heeft deze houdingen HIGH POWER POSES genoemd (bovenste rij in onderstaande foto). Natuurlijk bestaat ook het tegenovergestelde: Low power poses (de onderste rij in dezelfde foto).